De jongen naast hem gaf een vastberaden knikje en Finn merkte dat hij blij was dat hij samen met hem in een team was gezet. Hij wist dat hij op Ace kon bouwen en dat die, net als hem, tot het uiterste zou gaan om Pokémon te redden uit deze ramp. De teamleider gaf het signaal en meteen kwamen de jongens in actie.
Hoewel de bron van het vuur verderop was, kon Finn vooralsnog de hitte op zijn huid voelen branden. De rook maakte het lastig om te zien waar ze liepen en het gebulder van de vlammenzee was als iets wat hij nog nooit eerder had gehoord. Alsof er duizenden hoeven over de grond raasde. Het deed zijn maag samenkrimpen en zoog de lucht uit zijn longen. Hij kon zien en horen dat Ace wat naar zijn Pokémon riep, maar wat precies wist hij niet. Pas toen zijn kamergenoot zich naar hem omdraaide wist hij nog net de woorden 'Pebble' en 'vlammetjes' te onderscheiden. Hij snapte waar de jongen op doelde, en haalde toen de pokéball van zijn riem.
Finn wachtte pas met de Buizel tevoorschijn halen tot hij in een hurkende positie was gezakt. Lager bij de grond was schonere lucht, en hij zoog een flinke ademteug naar binnen om zijn hoofd helderder te krijgen. Hij klikte de Pokéball open. Het was alsof Pebble wist wat er zich buiten zijn bal had afgespeeld, want de Buizel had meteen een ernstige blik op zijn gezicht in plaats van de meer gebruikelijke, blije uitdrukking.
"We hebben je hulp nodig, jongen," sprak Finn schril, waarna hij zijn hand uitstak om de kiezelsteen die de otter altijd bij zich droeg over te pakken. Hij wilde niet riskeren dat de Buizel roekeloze dingen ging doen mocht hij die verliezen. Even keek Pebble van het steentje naar zijn hand, hij twijfelde, maar gaf het toen toch aan zijn trainer. Wolf kwam naast hen staan en terwijl Finn het steentje in zijn zak stopte en weer omhoog kwam, zag hij hoe zijn Pokémon zich dapper richting het vuur draaide, klaar om deze te trotseren. Een golf van trots sloeg door hem heen, maar tegelijkertijd ook angst dat ze iets zou overkomen, dus hij besloot dicht bij ze te blijven, wat er ook gebeurde.
'Ork!' De bekende luide roep van zijn Taillow weerklonk door de lucht. Hij kon Ark niet zien, maar hij hoorde hem roepen, hoog boven de rook. Ze zouden dit samen als een team aanpakken. Blind begon Finn de roep van zijn Taillow te volgen, terwijl hij Ace seinde mee te lopen.
'Ork ork!' klonk er weer.
Volg! Ze renden door de sluier van rook. Ondertussen deden Pebble en Wolf hun best om de vlammen op hun pad te doven met aanvallen zoals Water gun en Sand Attack. Om hen heen begonnen kleine brandende takjes als regen neer te vallen. Bomen kreunden in de hete wind. Met pijn in zijn hart begon Finn zich af te vragen hoeveel van het bos het vuur ging verwoesten.
Ze kwamen uit op een plek waar een aantal jonge boompjes al heftig aan het fikken waren. Finn's oog viel op een grote steen en zag toen de twee kleine Oddish, angstig tegen elkaar geklampt en met geschroeide plekken in hun bladeren. Hij schoot een bedankgebedje naar Ark en knielde toen bij de Pokémon neer.
"Hey, rustig maar," suste hij, terwijl hij de twee in zijn armen optilde. De Oddish waren zo verstijfd van angst dat ze niet eens protesteerde.
Hij kwam weer overeind. Wolf blafte. Er klonk gekraak. Met grote ogen zag Finn hoe één van de jonge, brandende boompjes het begaf en recht op hem af denderde. Met de Oddish in zijn armen kon hij niet veel, dus hij kneep zijn ogen dicht en draaide zich met zijn rug om naar de boom, zich voorbereidende op het ergste.
@Ace SpecterFinn Strider
Crescent moon ranger