Zijn ogen waren gevuld met fascinatie. Ze waren gericht op de rook die van zijn brandende sigaret af vloeide. Dit was de enige reden waarom hij begonnen was met roken, niet het gevoel dat door zijn lichaam vloeide, maar de rook. De helft van zijn sigaret was al opgebrand zonder dat hij er één trek van had genomen. Roken was nog een grotere verspilling van zijn geld op deze manier, maar het was het waard.
Hij lag op zijn buik in het gras met één arm onder zijn hoofd, zijn rug naar het festival toe gedraaid. De sigaret hing maar losjes tussen zijn vingers en kon iedere moment het gras in vallen. Jammer genoeg was het gras te vochtig, ondanks het redelijke weer van de afgelopen periode.
Legoshi zat naast hem, maar hij kon hem niet niet zien zitten. Toch merkte hij het wanneer de pokémon ineens opstond en wat passen naar voor zetten. Het geblaf dat volgde vertelde hem dat iemand net iets te dicht in zijn buurt kwam. “Legoshi,” mompelde hij, maar deed verder geen moeite om zijn Houndour terug bij hem te krijgen. In plaats daarvan bleef Legoshi blaffen.
Het was een prachtige, rustige dag. Mensen genoten met volle teugen van het festival en Cédric moest toegeven dat hij toch ook wel genoot van dit soort feesten. Er waren veel mensen en veel Pokémon, een perfecte combinatie voor een normaal gesproken sociale Butterfree zoals hijzelf. De blauwharige man had een tijdje staan kijken bij de wilde Tauros rodeo, maar had besloten dat het niet echt zijn cup of tea was.
Cédric doolde wat rond over het terrein. Misschien moest hij een plekje vinden om wat te rusten, maar voordat hij ook maar had kunnen kijken naar een geschikte plaats werd hij opgeschrokken door het luide geblaf van een Houndour. Wanneer een mens echt in een benarde situatie kwam, waren er een aantal opties: fight or flight. Echter was er nog een minder bekende optie die soms ook voorkwam. Uit schrik bleef de man stilstaan. Zijn goede oog werd iets groter terwijl hij geschrokken naar de Houndour staarde. Alles van die dag kwam weer terug.
Legoshi bleef none top blaffen en soms kwam er zelfs een grom tussen. De pokémon heeft het niet voor vreemde, maar meestal ging iemand weg zodra hij begon met blaffen. Het feit dat hij bleef doorgaan, betekende dat de persoon niet weg ging. Met een zucht, draaide Rani zich op zijn rug om vervolgens rechtop te kunnen gaan zitten. Hij plaatste één been onder zich en de andere liet hij meer uitgestrekt liggen. Zijn pokémon stopte gelukkig met blaffen en kwam naast hem zitten, nog steeds met een giftige blik in zijn ogen. Voor de eerste keer bracht hij de sigaret naar zijn mond om een grote trek van te nemen. “Je ziet eruit alsof je een fucking haunter hebt gezien,” zei hij terwijl de rook uit zijn mond ontsnapte.
Cédric stopte per direct met lopen zodra hij het wilde geblaf van de Pokémon hoorde. Met zijn goede oog keek hij regelrecht naar de Pokémon. Iemand die hem zo zou zien staan zou inderdaad denken dat hij zich zojuist dood was geschrokken van een ghost type Pokémon. Maar niets was minder waar. Terwijl hij daar stond, landde een klein, roze Cutiefly op zijn schouder. Cédric had op dit moment geen oog voor het lichtgevende wezentje.
Hij keek op toen de man opmerkte dat hij eruit zag alsof hij een Haunter had gezien. ”Ik ben niet bang voor Haunters, maar-“ begon hij, terwijl zijn ogen weer teruggetrokken werden naar de hond die netjes naast zijn trainer was gaan zitten. ”Maar goed,” stelde hij uiteindelijk. Hij hoefde deze wildvreemde niet te vertellen dat hij als de dood was van de Houndour die naast hem zat.
Rani vernauwde zijn ogen terwijl hij de andere onderzoekend aankeek. Het was nog geen Halloween seizoen, maar het was duidelijk dat hij ergens van geschrokken was. “Aha.” Zachtjes beet hij op zijn onderlip. Hij had nooit gezegd dat de andere schrik had, een haunter had nu eenmaal de gewoonte om je te laten verschieten. Dan drong het tot hem door en zijn lippen krulde op dat een grijns. “Je bedoelt toch niet dat-,” begon hij, de grijns onderdrukkend. Verbaasd keek hij van Legoshi naar de man en weer terug. “Nee, onmogelijk. Heb je- je hebt schrik van kleine lieve Legoshi?” Met de sigaret wees hij naar de pokémon. Het werd moeilijk en moeilijker om zijn lach in te houden. Hij was de man nu gewoon belachelijk aan het maken, want dit was allemaal te mooi.
De Cutiefly was nu niet bepaald een Pokémon die hem zou beschermen tegen iets als een Houndour. Het wezentje was nog niet bepaald sterk en Cédric wist dat het ook nooit heel sterk zou gaan worden. Niet dat hij nu zoveel kennis over de Pokémon had, dat was iets wat hij nog nader zou moeten onderzoeken. De grijns die op het gezicht van de man verscheen vertelde hem genoeg. ”Ik heb ervaring met een Legoshi die wat minder lief was dan die van jou,” besloot hij vervolgens te zeggen. Cédric bracht zijn hand omhoog, om een lok van zijn blauwe haren aan de kant te schuiven zodat het oogklepje wat duidelijker in beeld kwam. Nee, het was niet bepaald een fijne herinnering die hij had aan Houndours. En hij betwijfelde dat zoiets ooit nog ging veranderen. Voor een kort moment schoot zijn oog weer naar de Pokémon, hem niet bepaald vertrouwende.
Rani zijn blik bleef even hangen op de pokémon die de man vergezelde en moest opnieuw moeite doen niet direct te lachen. Zo’n stoere vent, en dan liep hij rond met - wat het ook was. Een zicht was het in elk geval niet. Terwijl de man sprak over eerdere ervaringen met houndours en daarbij verwees naar zijn ooglapje, verscheen er een pruillipje op Rani zijn lip. “Wat erg voor je, moet verschrikkelijk voor je zijn geweest,” zei hij met overdreven medelijden. Het moest vast pijnlijk zijn geweest en Rani wist maar al te goed hoe het was om een deel van je lichaam te missen, maar dat zorgde er niet voor dat hij oprechte medeleven voelde. Hij nam een andere trek van zijn sigaret, en blies de rook weer uit. De rook wist Legoshi zijn aandacht te trekken en de hond hapte ernaar in een tervergeefse poging het te vangen. “Hoe komt het? Heeft het je gekrapt?” Dat moet nogal een zicht zijn geweest.
Cédric had nog niet bepaald wat de naam van de Pokémon zou gaan worden. Misschien werd het wel eens tijd, want het scheppen van een bond begon toch wel gewoon met het geven van een naam aan een Pokémon. De Cutiefly was alles behalve indrukwekkend om te zien en de man had zijn stevige twijfels of dit hem wel zou kunnen brengen waar hij heen wilde. Hij wilde gyms winnen, hij wilde de beste trainer worden. Dat werd een beetje moeilijk met een Pokémon die zo klein was dat mensen haar niet eens zagen. Het leek erop dat de man hem niet erg serieus nam, maar dat deerde hem niet zo. Als het hem al deerde, zou hij dat zeker niet laten zien aan een vreemdeling. ”Nee, door een Ember,” verklaarde hij uiteindelijk. De Pokémon had hem niet gekrabd, maar van dichtbij een vlak richting zijn gezicht geblazen. Het was vrijwel direct einde verhaal geweest voor zijn rechteroog. ”Was niet meer te redden,” voegde hij er vervolgens aan toe, doelende op zijn oog. Oké, blijkbaar ging hij deze informatie vandaag wel aan een wildvreemde verstrekken.
Rani plaatste een arm achter zich op de grond en leunde naar achter. Een conversatie voeren was makkelijker als je op ooghoogte zat, maar hij had niet veel zin om op te staan. Zo evident was dat niet en het zou beetje raar zijn om de andere om hulp te vragen na de conversatie die ze al hebben gehad. Daarbij lukte het hem prima om zelf recht te komen. Gelukkig beantwoorde de man nog steeds zijn vragen en Rani knikte een paar keer. Weg gebrand dus, auwch. “Liever jij als ik, man,” zei hij alsof ze een luchtig gesprek aan het voeren waren. Hij wilde niet eens voorstellen hoe het was om zoiets mee te maken. “En daarom ben je maar gegaan voor een insect dat je met twee vingers plat kan knijpen. Verstandige keuze.” Legoshi had de kleine pokémon ook eindelijk opgemerkt, en het zag ernaar uit dat hij liever dat ding zou vangen, dan rook. Misschien was hij eindelijk verstandig geworden en besefte hij dat je rook niet kon vastnemen.
Cédric knikte een keer kort toen de man een opmerking maakte over zijn oog. Yeah, als de rollen omgedraaid waren zou hij waarschijnlijk hetzelfde denken. Wie wilde er nu graag een oog verliezen? Het had niet bepaald op zijn planning gestaan, for sure. Vervolgens begon de man over de Cutiefly. Nee, het was niet bepaald een sterke Pokémon. ”De andere keuzes die ik had waren niet veel beter,” vertelde hij de man vervolgens, waarna zijn blik kort naar de Cutiefly ging die op zijn schouder zat. ”Het is wel een speciale uitvoering, blijkbaar. De normale zijn niet glow in the dark.” Ja, hij had gewoon een levende glowstick als starter gekozen. Met enige argwaan keek hij in de richting van de Houndour. Hopelijk haalde die niets geks in zijn kop, want daarmee zou straks zijn laatste hoop vervlogen zijn. Hij betwijfelde het dat de professor hem een tweede starter zou willen geven.
Wat was erger; geboren worden en een deel missen, of normaal geboren worden en een deel verliezen? In zijn situatie wist hij niet beter en was het niet meer dan ‘normaal’ om slechts één volledig been te hebben. Rani had zich volledig aangepast. Hij had enkel geen idee hoe het was om met één oog door het leven te moeten gaan. Het leek onnodig vervelend. Maar om een klein mini ding te nemen, dat begreep hij niet. “Andere keuzes?” Zijn blik ging even naar Legoshi die dichter naar de man toe aan het sluipen was, alsof niemand hem opmerkte. Kort grinnikte hij om de gesproken woorden. “Wat hebben ze gedaan dan? Vloeistof ingespoten? Zoals die bandjes dat je moet breken en dan geven ze licht?” Een lichtgevende pokémon die niet licht zou moeten geven, erg gezond klonk het niet.
Achteraf zou hij zich wel twee keer afvragen of het wel een goed idee was geweest om zijn starter bij professor Willow te halen. De vrouw had hem één of ander lichtgevend wezen gegeven. Op het moment had hij snel een keuze moeten maken en toen had hij voor het glimmende geval gekozen. ”Ja, andere bug types.” Oké, dat was een leugen, maar dat zou de man voor hem niet weten. In zijn ooghoek hield hij de Houndour in de gaten. ”Ik zou niet weten wat ze met haar hebben gedaan, maar ik weet niet zeker of het wel helemaal legaal was.” De Cutiefly op zijn schouder maakte een aantal geluidjes op een wat hogere toonhoogte. ”Misschien hebben ze wel wat in het ei gespoten, of misschien waren haar ouders ook al zo.” Hij had geen idee. Eigenlijk waren die professors niet zo heel etisch verantwoord bezig. Ze gaven Pokémon weg aan elke idioot die claimde dat ‘ie er nog geen had en je kwam ook nooit te weten in welke toestand de ouders verkeerden.
Rani deed even alsof hij moest overgeven. Zoals de meeste mensen, was hij geen fan van bug types. Niet zozeer omdat hij er schrik van had, verre van, maar erg indrukwekkend waren ze meestal niet. Als hij mocht kiezen, zou hij ook wel voor andere pokémon gaan. Ondanks dat hij zelf nooit zou kiezen om één of ander kernwapen als pokémon te nemen, was hij nu nieuwsgierig geworden. Het ding was ook veel te klein om goed te bekijken van waar hij zat. Rani stak de sigaret in zijn mond, voordat hij begon recht te staan. Met zijn been, was het niet zo vanzelfsprekend, maar zonder al te veel moeite stond hij recht. Hij klopte het zand even van zijn broek en shirt om vervolgens dichterbij te wandelen. “Het ziet er niet legaal uit, dat kan ik je zeggen,” zei hij met de sigaret nog steeds in zijn mond. Naar zijn weten hoorde pokémon niet te glimmen. “Waar heb je het ook alweer vandaan?” Misschien moesten ze eens wat testjes doen. Test nummer 1; hoe goed brandt het.
Een bug type was niet bepaald zijn eerste keus geweest. Hij was blijer geweest met de meeste andere types. Zo had hij stiekem gehoopt op een dragon type, wat uiteindelijk uit zou groeien tot één of ander beest waarmee hij de volledige gyms plat kon branden. De Cutiefly was nu niet bepaald een grote, boze Pokémon. Het leek alsof de man ietwat moeizamer overeind kwam dan de meeste personen, maar misschien had hij het gewoon niet goed gezien. Cédric kantelde zijn hoofd iets naar de zijkant terwijl hij keek hoe de man het zand van zijn broek klopte. ”De normale versie is ook geel, niet roze.” En het gaf geen licht, overduidelijk van niet. De blauwharige man knikte toen de ander vroeg waar hij deze vandaan had. ”Professor Willow, in Sunnyshore City,” vertelde hij de man. ”Bij nader inzien had ik misschien beter ergens anders heen kunnen gaan, maar daar is het nu te laat voor.”
Rani stond dicht bij de andere man toen hij eenmaal stil stond, maar zijn gele ogen waren enkel gericht op de kleine bug type die op zijn schouder zat. Van dichtbij zag het er nog dommer uit. Waarom zou je in hemelsnaam kiezen voor dit ding? Het moest wel een kernwapen zijn, dat kon niet anders. “Je weet dat het je ‘cool factor’ naar beneden haalt, right?” vroeg Rani die toch even opzij keek naar de man. Was hij blij met zijn twee honden, waarvan één ondertussen achter de man probeerde te sluipen. Misschien moest hij Legoshi niet tegen houden. Of juist wel, Rani wilde niet dat hij ook licht ging geven en wie weet wat er zou gebeuren als hij een kernwapen op at. Hij snoof even kort. “Dit? Bij een professor?” Rani wees naar het kernwapen en bracht zijn vinger dichterbij om het te kunnen porren. “Misschien kan je een klacht indienen,” stelde hij voor, zijn schouders ophalend. Hij kon het aankaarten bij zijn goede vrienden van Crescent Moon, die zouden er vast alles over willen horen.
Het vliegje op zijn schouder zag er alles behalve intimiderend uit en hij vroeg zich af hoe de professor ooit zo’n klein misbakseltje had kunnen creëren. Veel meisjes die van glimmende dingen hielden zouden het waarschijnlijk niet met hem eens zijn, maar Cédric wist dat deze Cutiefly niet helemaal normaal was. Hij wist niet wat de professor er precies mee had gedaan, maar helemaal gezond en legaal was het absoluut niet. Het kon gewoon niet anders. De blauwharige man keek voor een moment verbaasd op toen de ander zijn cool factor benoemde – die blijkbaar heel laag was op dit moment. ”Dat is balen,” merkte hij op, waarna hij kort naar de lichtgevende Cutiefly keek. Verdorie. ”Enig idee bij wie ik klachten in kan dienen over dit soort dingen?” Hij had nog nooit eerder geweten dat er zoiets als een glow in the dark Pokémon bestond, en dus had hij ook totaal geen idee bij wie hij dat zou kunnen melden.
Deze man, met zijn hele ooglapjes style, probeerde duidelijk de coole vent uit te hangen. Dat kon niet anders, waarom droeg je anders zo’n ding? Duidelijk om aandacht te trekken voor potentiële leuk gezelschap voor de avond. Uiteraard. Maar die cutiefly? Het moest mensen toch wegjagen? “Ja man, ik zou het gewoon weg gooien, hup de vuilbak in.” Dat was vast niet wat je deed met pokémon, maar anyway, who cares? Hij zou er niet gezien mee willen worden. Rani sloeg zijn armen over elkaar en hield een hand tegen zijn kin. “Deze ranger mensen kunnen er vast wel iets mee.” Mooi niet dat hij ging zeggen dat hij er eentje was, dadelijk kon hij alles nog gaan oplossen. Mooi niet dat hij dat zou doen. Vanuit zijn ooghoeken zag hij hoe Legoshi eindelijk de keuze maakte om omhoog te springen, op de cutiefly af. Zijn mond was wijd geopend, om de pokémon vast te grijpen. Ook een optie om van het probleem af te geraken.