En daar vloog het beertje. Wel meteen spande Lloyd zijn spieren aan bij aanzicht van het vliegende wezen. Het gesnik en gehuil drong hem aan sneller te gaan lopen. En toen een extra geluid te horen was, was de maat vol. "Malach, rennen," siste hij onder zijn adem, waarna hij ook een versnelling hoger ging bij het lopen. Ondanks dat hij mager was en duidelijk niet gebouwd voor sport, had hij wel een goede conditie. Hij was een echte noodle, om zo maar te zeggen, maar dat vond hij niet erg. Met zware ademteugen bleef hij doorlopen, de algenstier aan zijn zijde lopende. Het geluid van de hoeven tegen de bosgrond aan zorgde ervoor dat hij zelf gespannen was, maar het feit dat de Tauros ook echt luisterde naar hem was een anders iets. In zijn ene hand had hij echter nog steeds het stuk stof in zijn handen geklemd. Waar het vandaan kwam, wist hij niet. En hoe... Was hij het ding zomaar vergeten? Was het de stress van de beer geweest? Kon niet anders. Hij kon enkel hopen dat hij weg kon van die nare plek.
En na een tijdje rennen, leek alles rustiger te zijn. De koude wind streek langs zijn gezicht heen en hijgend kwam de magere man tot stilstand. kort streek hij langs zijn gezicht met zijn hand, voordat hij zijn rug rechtte. Zijn blik ging even naar het stof in zijn handen, waarna hij het kalm wat beter begon te bekijken. Malach kwam van een drafje tot stilstand naast zijn trainer en keek nieuwsgierig naar wat er aan de hand was. Lloyd hield zijn focus op de stof, tot er geritsel te horen was in de struiken. Wel meteen zette Lo een stap zijwaarts, weg van de struik, maar de algenstier had andere plannen. De shiny stapte er heen en neusde de plant even, zijn groene snuit tussen de takken en bladeren duwen om te zien wat er aan de hand was of wat ze te zien was. Even schraapte de trainer zijn keel. "Misschien doe je dat beter niet," opperde hij zachtjes tegen zijn Pokémon. Wie weet wat ze wel niet daar kon zitten. KOn levensgevaarlijk zijn voor hun beide.
Even knipperde hij vluchtig, voordat hij zijn hoofd wat kantelde. Een Zorua. Die konden nie zo heel veel kwaad als hij zich goed herinnerde. De beestje waren tricksters, geen duivels. HIj liet een zucht van zijn lippen gaan en rustig kantelde Malach zijn kop wat zodat de zwarte vos van hem af kon gaan. "Kom aan, tijd om te gaan," zei hij zachtjes terwijl hij een langzame 'shoo' beweging maakte met zijn handen. Het was niet dat hij het beest niet bij hem wilde. Nou ja, het was helemaal dat. Maar met alles wat er was gebeurd wilde hij er niks van weten. Trickster of niet, hij wilde er niks van weten. Hij zette dan ook wat passen naar achter. Maar de algenstier bleef kalm en wachtte af tot de Zorua van hem af zou stappen en weg zou stappen op zijn eigen stekje. Niet zoals de Teddiursa. Nee, hij was duidelijk geen fan van die beer geweest. Hij ook niet, overgens. Beesten die aan hem plakten waren niet voor hem. HIj moest echt eerst weten dat hij het beest kon vertrouwen. Anders sloeg zijn hart over in paniek, zelf als hij het niet wilde.
Zodra de Zorua weer in veiligheid is, kijkt hij je vragend aan over zijn schouder. Na een paar seconden draait hij terug richting de bosjes en vertrekt weer.