Het was niet per se Kyle’s plan geweest om hierheen te gaan, maar zodra hij in de buurt was geweest, hadden de Dreepies besloten dat het tijd was om de Lost Tower te gaan verkennen. Niet gek ook, gezien er als het goed is soortgenoten rond zouden dwalen hier. Hij haalde dan ook een keer diep adem en knikte om hen toestemming te geven de tower in te gaan, waarna de twee al snel enthousiast de toren in vlogen. Kyle, echter, twijfelde nog even of hij wel van plan was naar binnen te stappen. Hier buiten was het immers een stuk veiliger.
Uiteindelijk werd Kyle toch ongeduldig en besloot hij toch, tegen zijn eigen zin in, naar binnen te stappen. Met op zijn schouder de kleine Dedenne en zijn twee vreemd gekleurde Dreepies, welke enthousiast rond vlogen alsof ze zojuist thuis waren gekomen, wandelde hij door de toren heen die hem niets dan ongemakkelijk maakte. En… wat nu?
In de Lost Tower hangt een doodse stilte. Je kunt het bijna vredig noemen. Maar dan hoor je het .. zacht gesnik dat van heel ver lijkt te komen. Onderzoek je het?
Zacht gesnik weerklonk in de verte en Kyle liet een zucht horen. Nee, het was niet zijn probleem. Hij sloeg zijn armen even over elkaar heen en plande om de andere kant op te wandelen, toen hij de hand van zijn Dedenne in zijn nek voelde. “Nee, Anna, ik ben geen babysit,” merkte hij geïrriteerd op, maar de Dedenne bleef doorgaan. Ze duwde harder en harder tegen zijn nek aan, duidelijk ongeamuseerd. “Wat?” Maar, uiteindelijk zuchtte hij dan toch. “Oké. Ik ga kijken of diegene oké is. Als het gewoon één of ander mokkel is wat hier gedeprimeerd gaat zitten wezen, dan ben ik weg.” Een tevreden geluidje kwam uit de Dedenne en Kyle rolde zijn ogen. Had hij weer.
En daar ging hij dan. Op weg naar het gesnik. Omdat zijn Dedenne anders teleurgesteld in hem was. Hij begon wel een heel triest persoon te worden zo, maar wat moest hij anders? Hij kende de Dedenne inmiddels al achttien jaar en als zij vond dat er iets moest gebeuren, zou hij er om één of andere reden toch naar luisteren. Hij floot even luid om de aandacht van zijn Pokémon te trekken, maar wandelde rustig, volledig kalm, in de richting van het geluid.
Bij een oud, verweerd uitziend graf zit een man in elkaar gedoken. Hij snikt jammerlijk met zijn handen tegen zijn gezicht aangedrukt. Hij hoort je aankomen maar reageert niet, handen tegen zijn ogen gedrukt. Wat doe je?
Wat een hekel had hij aan deze plek. De beelden van het graf van— Kyle schudde zijn hoofd even en haalde diep adem. Onbewust gleed zijn duim langs zijn pols, waar de tattoo die hij ter herinnering aan het verlies daar had gezet. Kara Sevda.
Uiteindelijk zag Kyle dan ook een man die ook iemand verloren leek te zijn. Bij een graf zat de arme stakker te huilen en Kyle liet even een diepe zucht klinken. Oké; hier kon hij de ander niet mee helpen. Hij moest hem gewoon laten zitten en dan zou diegene vast wel iemand vinden die hij kende die beter in staat was om hulp te bieden met zijn verlies.
Helaas was Anna het daar niet mee eens. De Dedenne hopte van zijn schouder en zette zich naast de man neer, waarna ze zachtjes haar hand tegen het been van de man legde. Kyle liet een teleurgestelde zucht horen en schudde zijn hoofd. “Anna,” fluisterde hij, maar de Pokémon leek niet van de man zijn zijde weg te komen. Had hij weer.
Het gesnik houdt onmiddellijk op als Anna zijn been aanraakt. Hij blijft een halve minuut doodstil zitten voordat hij zijn handen laat vallen en zijn gezicht laat zien. Hij heeft geen gezicht.
Het gilletje wat Kyle’s mond die dag verliet, zou in zijn navertelling een stuk mannelijker zijn dan het geval was in de realiteit. Of het dit was, of het gezichtloze hoofd van de man, wat Anna liet schrikken… Maar, in haar schok gebruikte ze een Discharge, waarmee ze de gezichtloze man zou elektrocuteren.
“Nee! Nee, nee, nee,” mompelde Kyle, waarbij hij een stap naar achteren zet. Anna rende op hem af en klom via zijn been omhoog. “Ik ga— Nee. Ik heb te veel horror games gespeeld om— Nee. Gezichtloze mensen zijn niets goeds.” Hij zwaaide nog een keer met zijn arm om de woorden kracht bij te zetten, voor hij zich omdraaide. Weg hier. Hij was er klaar mee.
De Discharge lijkt wel door de man heen te gaan. Om je heen begint de kamer te draaien, lijken de muren te smelten alsof de heetste vuren aan het exterieur van de toren strelen. De grond begint weg te vallen en- Anna zat toch op je schouder? Waar is ze?