Terwijl de roodharige straatsloeber om zijn autootje heen zwalkte om in te stappen, draaide Syl in een wilde handeling het raampje weer dicht. Het waren minstens dertig rotaties voor één luttel centimetertje dat het autoraam weer terug omhoog schoof - maar wie naast alleen mooi wilde zijn ook mooie dingen wilde hebben, moest pijn lijden. Dat was het leven van de upper class. Er viel te zeggen dat hij zijn workout zo eigenlijk al wel had gehad voor de dag, maar niets was minder waar. De rook uitpuffend van zijn sigaret, tikte hij met half toegeknepen ogen het achteruitkijkspiegeltje naar zijn gezichtspunt, controleerde nogmaals of er echt niemand in de buurt was. Maar het weggetje achter hen was nog steeds verlaten.
Parfait. Ze konden geen..
pottenkijkers gebruiken. Onbedoeld gleed zijn blik toch even naar een pot die naar hem keek: in de vorm van het vetplantje van zijn moeder dat daar mooi stond te wezen bovenop zijn dashboard. Hij haalde een keer diep adem, scheurde zijn blik los en probeerde er verder niet meer naar te kijken. Dat lukte - voor even. Zwaar ademend en duimdraaiend viel zijn blik op zijn schoot, en vandaar uit, langzaam maar zeker weer richting het plantje. Oh
fine. Vluchtig pakte hij het potje tussen zijn trillende handen. Hij drukte er een kleine kus op en kieperde het hele ding toen vervolgens tussen zijn tig zonnebrillen in zijn dashboardklep, die hij met een klap weer dicht ramde. Really, hij waardeerde dat Mama Krueger altijd bij hem was in gedachten, hart en ziel - zoals ze hem zelf nadrukkelijk met tranen in haar ogen had verteld bij het geven van het oninteressante plantje - maar dit waren geen zaken die voor haar ogen waren bestemd. Ook niet voor haar.. spirituele blik.
De man haalde een hand door zijn zwart-witte haar en rechtte met een onwillekeurig snuifje zijn rug toen zijn kersverse kompaan instapte, in de hoop een zelfverzekerde indruk te wekken. Het bleek echter nog knap lastig te zijn om zijn hoofd koel te houden. De klap van de passagiersdeur weerklonk door het wagentje, en dat.. dat was al helemaal het definitieve moment inluidend van
no return. Syl slikte even, een poging doend om zijn krampachtige houding wat te laten ontdooien. Maar tot zijn grootste opluchting maakte de jongeman naast hem het proces stukken gemakkelijker door gelijk met de deur in huis te vallen. Ah, look, dat hoorde hij graag. Iemand die gewoon eens effe voor één keer normaal meewerkte zonder primitief tegen zijn mooie bont in te strijken. Daar kwam uiteraard ook bij dat zijn ziek mooie Greased Lightning anti-ambetanterik was. Syls lippen krulden om tot een zuinig glimlachje.
"Well -" kwam het eruit op een 'ik dacht dat je het nooit zou vragen'-toontje. Er gleed even een sluwe trek over zijn gelaat toen er nog geen drie tellen later een luide klik door de auto weerklonk en de sloten omhoog sprongen. Zo. Jij gaat even nergens heen. Met een ondeugende schittering in zijn ogen haalde hij zijn vinger van het bedieningsknopje af, draaide hij zijn bovenlichaam naar de roodharige harlekijn, zijn geglosseerde lippen onderwijl bevochtigend met zijn tong. Nou kwam het hoor. Even stil en luisteren naar papa Syl.
"You'll be having the honor to exercise those lips of yours and help me suck today," legde hij vrolijker uit dan zou moeten, stralend, alsof de ander daar in anticipation al jaren op had gewacht. Vanzelfsprekend.
"How's that sound? Yippee!" In een sarcastisch gebaar hadden zijn vingers zich al om de pols van de ander gesloten om diens arm opgetogen de lucht in te gooien, zonder er ook maar een seconde zijn hoofd over te breken of de ander dat daadwerkelijk iets vond om over te jubelen. There - nu had de vogelman ook weer iets om naar uit te kijken vandaag. Gulle gangmaker die hij ook was.
Maar nu even geen aandacht meer vragen, want hij moest zich weer concentreren op rijden. De coördinator had wel iets weg van een ontplofte Galarian Linoone zoals hij met zijn kleinere postuur bijna verdween in al het bont, en vooral toen hij zich ver over zijn stuur boog, de peuk (verder absoluut niet trashy) tussen zijn lippen klemde en in een ruk zijn baggerkarretje optrok.
"Need to.. find a good spot first," klonk het zachte gemurmel met een kleine beving in zijn stem tussen zijn sigaret en lippen door, zijn gehandschoende vingers intussen onrustig roffelend op het knalroze pluchen bont* waar zijn stuur in verholen zat. Het was te merken dat zijn onbeschroomdheid weer als sneeuw voor de zon was verdwenen, of misschien al nooit aanwezig was geweest in de eerste plaats, dat zijn zekere reactie puur acteerwerk was geweest. Het was makkelijk te missen, maar zijn handen om het stuur trilden licht. Zijn stem zojuist had onvast geklonken. Mon Dieu, wie gaf hem eens ongelijk? Hij had het nog nooit eerder gedaan... De jongeman naast hem, hoeveel ervaring had hij hierin? Hij zag hem er wel voor aan dat hij kickte op wild stuff. Beet hij tijdens de daad? Dat zou hij niet prettig vinden - sterker nog, het zou hem enorm boos maken, dacht hij zo. Hoe snel zouden ze klaar zijn? Was de huidige bescherming wel genoeg? Zijn kleding en interieur, bleven die schoon? En als iemand hen zag, werden ze dan in hun nekvel gegrepen voor illegale activiteiten? Wat zou moeder wel niet denken..
*
deze pracht en praal