Daar stond ze dan. Met de roze ball capsule in haar hand keek Amélie naar het veld waar zij over enkele ogenblikken haar optreden zou geven. De keuze om haar droom als Researcher achter zich te laten was niet vanuit het niets gekomen, maar ze had geen zin om er te veel bij stil te staan. Ze moest een glimlach op haar gezicht toveren en doorgaan, want er was niemand bij wie ze dit kwijt kon. Zelfs niet bij Lucie.
Met een zucht stapte Amélie naar voren, het veld op. Gekleed in een kort, blauw jurkje dat perfect paste bij het blauw van haar ogen, met haar haren opgestoken in een lint van hetzelfde blauw, was ze een kleurrijke verschijning. Haar Pokémon zag er weliswaar wat minder kleurrijk uit, maar dat zei nog niets. Ze zou de jury laten zien dat een Marowak prachtig was en dat ze haar niet mochten onderschatten. Dat was wat ze moest doen om verder te komen als coördinator, immers.
Amélie klemde haar hand om de ball en liet de stress van zich afglijden toen ze een glimlach op haar gezicht forceerde. Het was tijd om te gaan. “Oké, Fran! Laat je zien!” riep ze uit. Ze gooide de Pokéball de lucht in al snel klapte deze open. Donkerpaarse bladeren maakten hun weg naar de grond, waarna een Alolan Marowak in het midden verscheen. Deze hield haar bot boven haar hoofd en draaide deze hard rond, een paarse gloed van het bot afkomend. De bladeren van de Seal vlogen in een wervelwind omhoog. De Marowak gebruikte een Bone Rush om het, nog altijd paars gloeiende, bot te laten gloeien en vervolgens omhoog te gooien. Het nog altijd ronddraaiende bot raakte de bladeren en verpulverde ze tot paarse glitters, welke zachtjes naar beneden vielen op de Marowak, tot deze het bot weer ving. “Goed zo,” sprak Amélie zacht. De introductie was geslaagd.
“Swords Dance!” commandeerde Amélie de Marowak. Deze haalde een keer diep adem en sloot haar ogen, waarna verschillende, blauw gloeiende zwaarden in een cirkel om haar heen verschenen. De zwaarden stonden eerst nog recht, maar de toppen draaiden al snel richting de Marowak, tot ze allemaal haar kant op wezen.
“Fire Spin!” De Marowak wreef het bot voor een moment tegen haar voorhoofd, waarna ze het bot in cirkels boven haar hoofd draaide. Als een lint van vuur schoten de vlammen uit het bot, een blauwe cirkel om haar heen vormend, welke de zwaarden verpulverde tot blauwe glitters en een cirkel van vuur om haar heen creëerde.
“Earth Power.” In het midden van de blauwe vlammen stond de Marowak nog altijd daar, welke goud begon te gloeien. Al snel deed ook de grond mee, waardoor een gouden gloed over het hele veld lag. Ze liet de aanval niet tot zijn eind komen, maar hield het bij de prachtige gouden gloed, met gouden glitters die vanuit de grond omhoog kwamen. Deze gloed leek gestopt te worden door de vlammen, waardoor het een gouden cirkel binnenin de blauwe cirkel werd.
“Nu.” De Marowak stampte een enkele keer op de grond, waarna deze kraakte en begon te trillen. De Marowak wist zich net genoeg in te houden om de grond niet te laten scheuren, maar toen de aanval stopte, vlogen de gouden en blauwe glitters in het rond en was het veld weer leeg, behalve de Marowak die een buiging maakte in het midden van het veld. Hopelijk was dit genoeg.