De buitensporige coördinator stond te balanceren op zijn tenen om Atticus en Titus - of wat voor andere beefy naam de twee flinke knapen ook van hun ouders hadden gekregen - snuivend, en met zijn lippen zuur op elkaar geperst na te kijken, maar ze waren inmiddels al in de menigte verdwenen om andere mensen opzij te hameren voor 15₽ per uur.
Excusez-moi? In plaats van lukraak door te lopen en bijna uit je pak te barsten met je Sasquatch-steroïden, zou je bijvoorbeeld ook even kunnen stoppen, een nette vraag kunnen beantwoorden van een uiterst nette heer. Kijk mijn geëxplodeerde dikke bontjas, mijn stola's aan tot de vloer reikende pelzen, neem het aroma in je op van spiksplinternieuwe kleding en dure eau de toilette while you're at it. Hij was duidelijk belangrijk. Relevant. En hij had een brandende vraag. Was hij hier nu de Mukking Queen of niet?
The nerve. Nijdig klikkend aan zijn glitter-aanstekertje (waar een prachtig patroon op stond afgebeeld van kleine kawaii mini-Snubbulls), hield Sylvester een derde peuk voor vandaag op tussen zijn trillende vingers, een poging doende om de stress het komende kwartiertje hoognodig weg te paffen. Terwijl hij dat deed, besloot hij om zonder te kijken maar een volgend winkeltje binnen te glippen. Het was te rumoerig hier en hij had een rustiger plekje nodig. Het bleek een of andere lingeriezaak voor slaapkamerbustiers en andere vrouwenkwesties te zijn, kwam hij tot de ontdekking nadat hij al enkele stappen over de welkomst-mat had gezet.
No matter. Syl beende in zo'n ferme pas door naar achteren in de winkel dat Madame de Pompadour plompweg snakkend naar adem werd gekielhaald aan haar ketting, Vuitton haast van zijn schouders kukelde en de drie staarten aan de zoom van zijn bontjas om zijn enkels golfden, de starende vrouwen die zich afvroegen wat een man hier te zoeken had straal negerend. Ja, beroer je ogen maar even, Miltanks. Richt je daarna maar weer op de heavy taak om je Drifloons in je bustehouder te proppen, merci.
Zuchtend zeeg hij neer aan een kinderspeeltafeltje - zo eentje waar moeders hun jong dumpten zodat ze in de tussentijd even uitgebreid de halve kledingzaak konden passen - maar niet voordat hij eerst een nietsvermoedend jongetje dat daar lekker zat te spelen onder zijn oksels pakte en zo, woppatee, van het vrolijk gekleurde bankje tilde. Hooghartig blies hij de rook uit langs het kind zijn oor terwijl hij hem ergens randomly achter hem op de grond weer neerzette, de koter daarna bijna van zijn peutergympies katapulterend toen hij zich vervolgens in een ruk weer omdraaide. In een prinselijk beweginkje sloeg hij een infectiedoekje uit, dat hij uit zijn al even harige bont-purse had gevist, en was het moment daarna even te druk in de weer om er zijn gehandschoende handen mee te ontsmetten.
Children. Zijn nukkige blik fixeerde zich ondertussen op de..
unieke blokkencreatie. Ew.
"Original." Not. Syl sloeg zijn bontjas naar achteren om alle ruimte te hebben op het krappe kinderbankje, dat protesterend kraakte onder zijn gewicht. Zo. Effe zitten hoor. Hij tikte nonchalant de as van zijn sigaretje boven de bak met bouwblokken en klapte intussen een koelkast van een telefoon open. Iedere keer dat hij het apparaat voor ogen had, kreeg hij een acute depressie. Wat een fugly design. Het duurde minstens vijf minuten voordat de pixels op het scherm de contactenlijst weergaven en had knoppen uit grootmoederstijd waar hij niet goed van werd. Maar hij had nog niet genoeg munnies voor zo'n hip modern Holo-casterding. Hij onderdrukte een geïrriteerd klakgeluid van zijn tong en kneedde met een paar enkele vingers zijn slaap, wachtend tot het elektronische fossiel volledig wakker was geworden en eindelijk iets op het minischermpje liet zien. Namelijk, zijn contactenlijst. En in die contactenlijst maar liefst één contactpersoon:
♡♡♡ ❥ Mother ❥ ♡♡♡ Oui, inclusief alle hartjes.
"Mother, where you at and did you shoplift again? I believe they've already started a manhunt for you on this floor. Hello?" taterde hij in de microfoon van het apparaat nadat hij over was gegaan.
"Mo - ?" De reactie die er echter op volgde was.. nou, eigenlijk helemaal geen reactie. Er was niets anders te horen dan een krakende piep. Ja yo hup, doe bellen dan misschien? Arceus. Munnafugging pokkeding ook.
"Vuitton, don't put your teeth in that!" barstte hij opeens uit. Snel plukte hij de Galarian Zigzagoon van een pasbankje, die daar schuimbekkend naar de kleine jongen stond te sissen. Het speeltafeltje werd bijna op zijn kant geflikflakt toen hij overeind vloog, maar dat maakte op zich niet echt uit als je het hem vroeg eventueel. Hij wilde niet dat zijn partner-Pokémon een vorm van rabiës kreeg, stel je voor wat zo'n snotkoker voor enge ziektes met zich meedroeg. Met de Zigzagoon weer in zijn nek krullend, maakte Syl aanstalten om zich uit de saaie winkel te verwijderen en zijn zoektocht elders te vervolgen. Het joch hoorde hij ergens op de achtergrond nog achter hem in huilen uitbarsten. Mooie timing. Maar niet mooi genoeg om zijn humeur een boost te geven. Zacht in zichzelf vloekend stiefelde hij terug over de balustrade, langs de plek waar de vermenselijkte Machamps hem omver hadden gebeukt, en langs het mistroostige winkeltje om je ogen van uit je kop te huilen. Trap? Roltrap? Hij ging echt niet met zijn pooch tussen de peasants staan hoor. Dan gingen ze op hem asemen en streken ze met hun armen langs hem heen, veel te dicht op hem, over hem heen, ín zijn personal space.
Lift. Hij had namelijk zo'n zwart-wit vermoeden dat moeder hem was kwijtgelopen en nu ergens op de begane grond zat te Ristretto-lurken, haar vermoeide knobbelvoeten rustend op een tweede stoel, naast haar handtasje vol free samples aan parfum. Ja, daar moest ze vast zijn.
Nogal driftig tikte hij wat jongeren aan de schouder opzij die zijn weg naar de lift blokkeerden, waarna hij met een baldadige mep van zijn ingeschoven zweep het toestel commandeerde om naar zijn vloer te komen en welnu. Als een of andere makker die niet helemaal oké was (wat feitelijk wel accurate was) gooide hij in spastische bewegingen van zijn hoofd zijn haar uit zijn gezicht, blies er ook nog eens half tuffend wat haarpijlen weg zodat hij de ruimte had om zijn super-a-deluxe designerbril over zijn neus te schuiven. Sylvester snoof eens diep op het ogenblik dat hij eindelijk
eindelijk in zijn gehele holier-than-thou-vibe zijn lift binnen kon stappen. Hij duwde Vuitton op een schouder terwijl hij een plaats innam naast een onbelangrijke vent, die voor zover te zien de enige meelifter was, en drukte tegelijkertijd op de knop om de deuren te sluiten en op de nul. Trucje dat de politie gebruikte om direct naar de betreffende etage te gaan - zelfs als iemand op een andere vloer de lift eerder had aangehaald. Hij eerst, fella.
C'est bon. Poedel binnenboord voordat de deuren sloten, muy importante. Verveeld keek hij toe hoe de mechanische deuren voor zijn neus dichtschoven, de lift begon te zoemen en toen - toen stond hij alleen naast de vreemdeling in de lift.
Een ergerlijk, typisch liftmuziekje klonk uit de speakers, misschien beter toepasselijk geweest op een oersaaie bejaardenbingo-avondje. Vanuit de positie van zijn hoog opgeheven hand, plaatste Syl de sigarettenhouder aan zijn lippen, en nam eens even lekker een diepe teug om het krappe hokje vervolgens schaamteloos met een doordringende vanillegeur te vullen. Vanuit zijn ooghoeken dwaalde zijn blik echter toch af naar de snuiter naast hem. Vooral naar diens.. kleding. Als je het zo kon noemen. De slordige hoodie was minstens size XXL en was aan de touwtjes strakgetrokken zodat hij een showgirl-eskimo leek. 'The hell? Daaronder dan die
laarzen. Nagels gelakt in een spetterend design vielen enorm op in al dat zwart. Wat een fashion statement,
truly. Het was als twee absurd lelijke kleuren die schandelijk met elkaar vloekten. Fronsend gleed zijn blik van top tot teen nog eens over de man heen, nu meer de focus gelegd op zijn gezicht. De vent, twee koppen groter dan hij, droeg een veel te dure zonnebril om in het kader te passen dat hij al van deze gast had geschetst - namelijk die van een sjofele Sjonnie die even sandalen ging kopen om zijn schimmelsokken in te steken. Het klopte niet. Hij
kende dat merk zonnebrillen. No way in hell dat een campingcafetaria-koning dat kon betalen. En het
kón niet. Hij droeg al een dure designer-bril. Syl perste zijn lippen op elkaar alsof hij in een zure citroen had gebeten. Naast elkaar stonden ze zo een tijdje, lekker awkward, allebei mooie zonnebrillen, de één paarsgetinte glazen, de ander rode. Tot hij het echt niet meer hield. In een diepe ademteug haalde Syl zijn lippen van elkaar, draaide zijn bovenlichaam nijdig naar de contourclown toe en lichtte hem uiteindelijk op een snarky toon in:
"Do you know you're committing a crime looking like that, sir?" - Heel belangrijk dat je dit nummer volledig in zijn geheel luistert voor de sfeer wel doen hoor!