| Aandachtig luisterde Amunet naar de opdracht die haar werd gegeven, waarna ze een blik wierp op het kaartje. Een grote Z was prominent aanwezig op alle kaartjes en ook al wist ze het fijne er niet van, ze kon aan de opdracht wel merken dat dit verre van het doel was dat ze voor zichzelf had neergelegd. Maar toch… De rebelse kant in haar kwam opzetten en de onderdrukte woede en haat na wat er gebeurd was met haar stiefmoeder schreeuwde bijna naar haar dat ze dit moest doen. Ze sloot haar goudkleurige ogen kort, maar gaf daarna een knikje. Ze haalde met een simpele beweging Snowflake en Slicer uit hun Poké Ball. Ze wist dat ze Slicer makkelijk kon overhalen, maar Snowflake zou een stuk moeilijker zijn om tot rede te brengen en dus besloot Amunet om niks van de opdracht te zeggen, maar ze gewoon te wenken. ”Ontmoet me over een half uur weer in dit steegje,” sprak ze kortaf, waarna ze zich uit de voeten maakte. Ze kende Hearthome City maar al te goed en wist waar de basis was. Ze wist ook waar de ingangen van het gebouw waren en waar ze het beste chaos kon creëren. Ze had hier ergens een woning in Hearthome City, maar het kon zijn dat ze hierna zou moeten verhuizen. Een lichte grijns kwam om haar lippen. Eigenlijk vond ze dit nog best wel leuk en spannend. Spannender dan naar Snowpoint City reizen, spannender dan haar lijstje met dingen die ze per se moest zien om een researcher te worden afvinken. En ze wist dat als ze dit deed, er geen weg meer terug zou zijn, maar dat deerde niet. Ze zou deze opdracht uitvoeren en alles wat daarna volgde, zou ze dan wel ondervinden.
De eerste plek waar ze chaos wilde creëren, was aan de inkom. ”Snowflake, gebruik Ice Shard tegen die dubbele deuren,” sprak ze op een kalme toon. Haar Alolan Vulpix leek kort te twijfelen, maar toen ze de dringende blik in de ogen van haar trainer zag, gaf ze toch toe en opende ze haar bek. Een laag ijs kwam tevoorschijn en kleefde vrijwel meteen tegen de deuren aan. Zo. Nu konden ze in elk geval niet meer naar buiten. Dat was plek 1. En alsof het lot haar goedgezind was, zag ze een eindje verderop een paar stenen liggen, vermoedelijk achtergebleven van een gevecht tussen Rock types. Ach, het maakte ook niet veel uit. Amunet pakte de steen op, keek of niemand naar haar aan het kijken was en slingerde de steen vervolgens met veel kracht een verdieping hoger. De steen brak met veel kabaal het glas van één van de ruiten van de vermoedelijke slaapkamer van iemand. Een alarm in de Ranger Base ging af en Amunet maakte dat ze weg was, waarna ze naar de achterkant van het gebouw rende. Dat was plek 2. Ze had twee kaartjes al achteloos naar de basis gesmeten; één voor de ingang en één had ze gemikt in het gebroken raam van de slaapkamer, al had ze niet gezien of het kaartje effectief in de slaapkamer landde. Ze kwam binnen no time aan de achterkant van het gebouw, waar ze haar blik kort liet glijden naar een pijp dat de regen afvoerde bij hevig regenweer. Wat voor een overlast zou er ontstaan als ze die kapot zou maken? Ze richtte haar blik naar Slicer. ”Slicer, snijd die pijp doormidden met je Scratch,” droeg ze haar Sneasel op, welke maar wat blij leek te zijn om iets te doen wat niet mocht. De pijp brak niet meteen doormidden, maar na enkele Scratches deed het dat wel en Amunet liet weer een kaartje achter op plek 3.
Maar dat was natuurlijk nog niet genoeg. Ze hoorde dat het alarm inmiddels over was gegaan tot een hels kabaal en ze drukte zich tegen de muur toen de achteringang van de basis open ging en drie jongens van haar leeftijd naar buiten kwamen rennen. Ze wierp snel een blik naar binnen en toen ze zag dat niemand er was, rende ze naar binnen. Ze wenkte Snowflake en Slicer dat ze met haar mee moesten gaan en met wild kloppend hart keek ze om zich heen. Brand… ze moest brand veroorzaken. Ze rende op goed geluk de gangen door en richtte haar blik naar binnen, waar ze toevallig een computer aantrof. Bingo. ”Snowflake, die je Ice Shard op het toetsenbord en Slicer, gebruik Scratch op dat scherm,” siste ze naar haar Pokémon. De krachtige haal van Slicer zorgde ervoor dat het scherm binnen no time kapot was en de Ice Shard liet genoeg water druppelen op het scherm om voor kortsluiting te zorgen. ”Richt nu je Powder Snow op die bak daar,” siste ze gehaast naar haar Alolan Vulpix. Het water van de smeltende sneeuw zou ervoor zorgen dat er kortsluiting in de bak van de computer zou ontstaan, waardoor het uit zou branden en in het beste geval voor brand zou zorgen. Amunet wierp haar kaartje naar plek 4 toe en ging de kamer weer uit, waar ze ternauwernood weer terug de kamer in moest schieten omdat verscheidene rangers langs haar heen renden. In hun haast hadden ze haar niet gezien en Amunet blies haar adem uit. Nu moest ze nog iets verzinnen voor de final touch… iets groots. Ze moest… ze moest iemand pijn doen.
”Snowflake, richt je Ice Shard op de grond,” fluisterde ze tegen haar Alolan Vulpix. Snowflake twijfelde, maar voerde de opdracht toch uit en de Ice Shard belandde op de grond, waar het een klein ijsveld creëerde. Zichtbaar als je goed keek, minder zichtbaar als je snel rende. Haar eerste slachtoffer rende er al op af en Amunet drukte zich tegen de muur toen hij onderuit ging. Het kraken dat volgde, vertelde haar niet veel goeds en Amunet onderdrukte haar impuls om te kijken hoe het met hem ging terwijl ze elegant over hem heen sprong en het kaartje naar hem gooide dat ze van de man had gekregen. Ze verliet de basis via de achteruitingang en knikte naar Slowflake, welke de deuren aan elkaar lijmde met ijs zodra ze buiten waren en de deuren achter hun dicht vielen. Amunet sprong in de struiken toen ze dringende stemmen hoorde en vanuit het gebarsten raam van de slaapkamer, die zich toevallig ook aan de kant bevond waar ze de computer kapot had gemaakt, kon ze rook zien kringelen. Ze bleef nog even ineengedoken zitten en toen ze zag dat de rangers niet naar haar keken, zette ze het op een rennen, terug naar de steeg waar ze de man ontmoet had. Daar zag ze dat hij rustig tegen de muur geleund stond en de chaos met een lichte grijns om zijn lippen aan het bestuderen was. Amunet sloeg de kaartjes die ze niet achter had gelaten tegen zijn borst aan en keek hem strak aan, een stap achter hem zettend zodat ze in de schaduwen verborgen werd. Hopelijk had de ranger base geen camera’s hangen, want anders had ze wel een probleem. Hmm. Misschien moest ze toch maar gaan verhuizen. ”Was dit goed genoeg?” sneerde ze naar de man, tikkend met haar gemanicuurde nagels op de binnenkant van haar elleboog. Ze werd nerveuzer naarmate ze hier langer moest staan, maar wilde toch wel graag haar antwoord weten en dus fixeerde ze haar gouden ogen strak op de man voor haar.
|