Vandaag is het appeltaartdag bij ons in het verpleegtehuis, maar we komen nog een aantal vrijwilligers te kort! Zouden de rangers iemand kunnen sturen om ons een dagje te komen helpen met bakken? Pokémon zijn welkom in de keuken, zolang ze hun pootjes wassen!
Terwijl Cerys door de schuifdeuren naar binnen stapte, kwam de drukkende, weeïge geur haar al tegemoet. Die geur die de haartjes op haar armen overeind deed staan. Oude mensenlucht. De lucht die ze zo vaak geroken had toen haar eigen oma op sterven lag. Hoewel het inmiddels heel wat jaren geleden was sinds die tijd, leken de geuren van het verpleegtehuis alles weer naar boven te halen in haarscherp detail. Ze drukte haar handtasje wat steviger tegen zich aan en stapte naar de balie toe. Een vrouw met warrig haar van middelbare leeftijd keek haar vriendelijk aan. “Hi, ik ben de ranger die vandaag komt meehelpen bakken.” Cerys was zich ervan bewust dat het quasi verveeld klonk maar dat kon haar niet schelen. Ze had zichzelf al in dit oerlelijke uniform moeten hijsen, nu moest ze ook nog eens dealen met de stank en de nare herinneringen. De vrouw achter de balie liet zich niet snel uit het veld slaan en riep een verrukte: “Wat fijn dat je gekomen bent! Eerste deur aan het einde van de gang!” met een vaag handgebaar. Cerys beende gehoorzaam naar de dubbele deuren en duwde ze open. De gang was lang en had veel deuren. Ze passeerde een foeilelijk schilderij van een man in een vreemde kunststijl en keek er even bedenkelijk naar voordat ze door de deur aan het einde van de gang de keuken in stapte.
In de keuken was het een drukte van jewelste. Schijnbaar hadden ze niet gelogen over een tekort aan vrijwilligers want de al aanwezige personen rende de benen onder hun lijf uit, hun handen een waas in een poging het tempo bij te kunnen houden. Cerys voelde de moed in haar schoenen zakken. Voor ze het wist werd haar een schort en een haarnetje toegestopt en stond ze aan een aanrecht tussen een twee mollige mannen. Cerys stroopte haar mouwen op en ging aan het werk. Hoewel ze van binnen in elkaar kromp bij het zien van haar mooie nagels die weldra helemaal geruïneerd zouden worden door het gekook, weerhield dat haar niet om te stoppen. Ze had immers zo vaak thuis haar oma geholpen met bakken. “Hier metje,” gromde haar linkse buurman en hij schoof haar een paar appels toe die ze moest snijden. Cerys blies een verloren haarlok uit haar gezicht en beet op haar tong. Aan het grote kookeiland schuin achter haar stonden vier mensen te werken, elk vergezeld door hun pokémon. Cerys peinsde er niet over om de hare eruit te laten. Sheah zou alleen maar in de weglopen, Nocturne zijn vacht zou lelijk worden van de vlekken en Pleb.. Cerys rilde hevig. Haar roze aaltje.. nee, elke gelegenheid om dat beestje niet uit haar pokebal te laten, greep ze aan. Geduldig schilde Cerys haar appels, sneed ze in partjes, sneed ze nog eens door en schoof ze naar haar linkse buurman door. En zo herhaalde het werkje zich tot ze werd weggeroepen om te helpen bij de ovens. Een ongezond aantal appeltaarten diende op de juiste tijd uit de oven gehaald te worden en verplaatst te worden naar hoge tray’s die hoger waren dan Cerys zelf. Een paar enthousiaste Abra en Kirlia hadden met hun psychic powers een hele lading appeltaarten tegen het raam en de muren gesmeten. Cerys keek hen in het voorbijgaan vuil aan terwijl ze met een natte doek en een teil water aan de slag ging. Zie je wel, komt alleen maar ellende van! Dacht ze woedend. Mentaal deed ze het in haar broek. Ze had wel genoeg aan haar twee ‘normale’ en ene ‘abnormale’ pokémon. Stel je voor dat je eentje zou nemen die psychic powers had. Vríjwillig.. eentje.. zou.. nemen. Cerys rilde nogmaals. “Hier, laat mij je helpen!” Riep een roodharige vrouw die haar kant op kwam. Aan haar zijde liep een Mr. Mime. Cerys sprong achter het teiltje met water, haar schoonmaakdoek in de aanslag. Ze wist niet echt wat ze wilde uithalen naast hem per ongeluk een poetsbeurt geven als ze hem ermee zou slaan. De vrouw was of beleefd genoeg om niet op Cerys haar reactie te reageren of simpelweg te onschuldig want ze schoot in de lag en pakte de doek dankbaar over alsof Cerys niet zojuist haar Mr. Mime ermee had bedreigd. De Mr. Mime wierp haar onderzoekende blikken. “Bariard, verricht je wonderen!” Riep ze uit met een sierlijke beweging van haar arm waardoor spetters van de vaatdoek alle kanten op vlogen. Mr. Mime maakte een vrolijk geluidje, nam de vaatdoek over en gebruikte zijn psychic powers om de vlekken op het plafon te bereiken. Cerys zette wat schuwe pasjes achteruit, ogen vastgelijmd aan het vreemde wezen. Ze zal nooit meer die keer vergeten dat een Mr. Mime haar een ballon had willen geven toen ze vier was. Hij had ketchup over zijn gezicht heen gemorst voordat hij haar zag. Vanaf dat punt was Mr. Mime één van de pokémon die Cerys zelfs nu nog bijna aan het huilen maakte. “Nou, als we samenwerken is dit werkje zo opgelost. Hier!” De vrouw duwde een schone vaatdoek in Cerys haar handen, pakte er zelf ook eentje en ging aan het werk. Cerys gooide de doek in de teil, excuseerde zich met een soepele: “Ik haal even mijn eigen pokémon erbij, die is ergens achter in de keuken.” en maakte zich uit de voeten.
Eenmaal in een veiliger deel van de keuken aanbeland besloot ze haar geluk te zoeken bij de laatste groep bakkers. Ze werd bij een kom met Tailow eieren gezet met de opdracht ze allemaal in verschillende bakken te doen. De eerste twee brak ze onhandig waardoor alles over haar overal spatte (van haar had het best op haar spuuglelijke Crescent Moonoveral mogen komen..) maar de volgende twee gingen al soepeler. Toen tien kommen gevuld waren ging ze door naar onderdeel twee. Ze mengde boter, basterdsuiker en zelfrijzend bakmeel in de kommen en klopte deze om tot een glad beslag. Daarna smeet ze er een snufje, of beter gezegend een lading, vanillesuiker in en een klein beetje zout. Vanille was immers heerlijk.. Gelukkig hoefde ze het appelsnij onderdeel niet opnieuw te doen en liet ze haar kommen achter bij de werkers. Ze verschoof naar het onderdeel ernaast en begon de springvormen te bestuiven met bloem en bakmeel, de appels werden aan haar doorgegeven en ze mengde ook die in een mengsel van kaneel en suiker. Nostalgische herinneringen die lang vergeten waren kwamen bovendrijven. Ze voelde zich weer negen terwijl ze in de keuken stond en haar vader hielp met bakken. Altijd als ze naar oma gingen, bakte ze een taart met zijn drieën. Cerys miste hem.. besefte ze met een steek. Met een hol gevoel in haar maag schoof ze haar verdrietige appeltaarten opzij naar de ovens en begon weer van voor af aan.
Toen ze eenmaal klaar was, was het al middag. Een hele lading was al naar de bovenste verdiepingen gebracht en nu was het de beurt aan de laatste drie. Cerys excuseerde zichzelf discreet maar liep tot haar grote ongenoegen de roodharige vrouw tegen het lijf met de Mr Mime. Ze staarde er naar met een wantrouwige blik toen hij zijn handen op zijn rug vouwde, een toonbeeld van onschuld. “Hey vriendin, waar was je nou? Ik miste je bij het schoonmaken.” Cerys trok haar blik los van de Mr Mime en toverde een glimlach op haar gezicht waar zelf zíj zich een beetje slecht bij voelde. “Sorry, ik werd weggeroepen!” Loog ze gladjes. De roodharige vrouw greep haar bij de arm en voor ze kon protesteren trok ze haar mee naar de lift. “Kom, als je snel bent kun je nog meedoen als ze ze uitdelen. Je moet ze echt proeven!”. Op een of andere manier belandde Cerys op de tweede verdieping na een uiterst stressvolle liftrit naast de Mr Mime en de stuiterende vrouw. De geur van oude mensen en schoonmaakmiddelen werd bijna overstemd door de geur van verse appeltaarten. Bíjna. Cerys kon net doen alsof als ze haar best deed. Plompverloren eindigde ze achter een kraampje en begon ze taarten aan te snijden. Iets op de gezichten van de bewoners bracht gevoelens in haar teweeg die ze liever niet wilde voelen. Toen iedereen tenminste één stuk had gehad, liet ze Sheah uit haar pokébal en klemde ze de Eevee onverwachts en hard tegen haar borst aan. Normaal was ze nooit zo knuffelig tegen haar pokémon. Eigenlijk toonde ze weinig affectie voor ze. Maar Sheah was al het langste bij haar en beschermde haar altijd tegen alle kwaden.. en op dit moment wilde ze gewoon even steun.
Toen Cerys zichzelf afmeldde toen de klok zes uur sloeg, sjokte ze vermoeid naar buiten. Ze had Sheah niet meer losgelaten en was erin geslaagd wat bewoners te vermaken door hen Sheah te laten aaien. Sheah genoot van aandacht en klaagde niet al merkte Cerys wel dat ook zij blij was om het pand uit te zijn. “Nou, dat was het weer..” zuchtte ze. “Laten we naar huis gaan. K heb voor de rest van me leven genoeg appeltaarten gezien.”