De Rhyhorn had duidelijk pijn, je kon de verdriet zien in zijn ogen en het glasscherf die hem steeds meer prikkelde maakte de situatie niet veel beter. Na een tijdje was deze gestopt met bokken en had zichzelf laten zakken. Hij zag er nu zo fragiel uit en eigenlijk kon het meisje het nu echt niet meer helpen om compassie te voelen voor het arme beest. Ze keek even naar de grond toen de Rhyhorn een snoepje uitprobeerde maar hij leek er niet blijer van te worden. Nu zat hij even stil en deed hij niets meer. Hij maakte geen kreunende geluiden meer, hij maakte geen opeense bewegingen meer. Hij leek gewoon een beetje te huilen vanbinnen, en dat was gewoonweg erg. Zeker omdat als hij geen hulp kreeg, hij zwaar zou blijven lijden onder deze pijn. Het kon mogelijks zelfs erger worden, en dat wou ze niet riskeren. Waardoor het meisje zich dus op haar hurken zette en heel erg voorzichtig dichterbij kwam, om vervolgens haar hand weer zachtjes uit te reiken, zoals ze de eerste keer al had geprobeerd. De Rhyhorn keek haar aan, hield elke actie dat ze deed in de gaten en wilde van haar weggaan, al lukte dat niet meer. Hij was uitgeput en had geen behoefte aan nog meer pijn nu. “Ik ga je geen pijn doen, ik wil je alleen maar helpen”, sprak ze zachtjes tegen de Rhyhorn. “Laat mij toe om jou te helpen” haar toon was vriendelijk, ze was bereid om te helpen. Maar alleen als de Rhyhorn het zou toelaten. Op een langzaam tempo strekte ze haar arm uit om zo zachtjes de grijze pokémon aan te raken. En hem kalmerend te wrijven. Voorlopig liet hij het toe, maar het zou echter heel snel kunnen veranderen als ze begon te trekken aan het glasscherf. Want dat kon behoorlijk veel pijn doen. “Als je rustig blijft, komt alles goed… dat beloof ik je” Haar handen streelden zachtjes over de koude platen van de Rhyhorn voor ze deze weer ophief en voorzichtig het stukje glas vastpakte tussen haar vingers. Ze werd in de gaten gehouden door de pokémon, hij vertrouwde haar inmiddels niet helemaal. Even kruisten hun blikken voor ze een zucht uitliet; en begon te trekken aan het glas. Ze zou het voorzichtig en toch snel doen, zodat de pijn snel weg zou zijn. Het kwam langzamerhand omhoog, maar toch kreunde de Rhyhorn enorm en stampte met zijn poten voor zover hij dat kon. “Wacht… Bijna…” haar hand trok zo hard als ze kon maar het zat wat vast. Dus draaide ze haar hand even en kreeg het er zo uit. Het was een stuk kapot glas van één of ander raam. Hoe dat daar was gekomen, daar had ze geen enkel idee in. Maar het was er nu uit. “Kijk, het is eruit…”, deelde het meisje mee voor ze de glasscherf aan de kant legde en haar rugzak wat dichter naar haar toe trok om wat water te pakken. Het was koud en goed om eventjes de wond te ontsmetten. De Rhyhorn bleef echter niet stil zitten en was een beetje gepanikeerd van de stekende pijn die hij nu voelde, waardoor hij bijna op haar voeten begon te trappen. “Hey hey rustig nou” ze hield haar arm bijna in een dab-positie om haarzelf wat te beschermen en toen haar blik op de grond viel pakte ze nog een snoepje vast van daarstraks. De Rhyhorn kon niet al teveel doen, hij was enkel een beetje in paniek en liep gewoon wat rond te stampen in plaats van het gewone bokken. Voorzichtig reikte ze het snoepje uit en bewoog wat met haar hand om hem af te leiden van de paniek. “Kom hier, er is niets aan de hand, je bent oké” Hij knipperde een paar keren met zijn ogen en keek toen even recht in Nova’s ziel voordat hij een snoepje uit haar hand nam. Het was in ieder geval duidelijk dat hij ze wel lekker vond, maar de prikkende pijn van de plek waar het scherf hem had gesneden overheerste alles. “Zie? Alles is oké, toch” de Rhyhorn schudde zijn kop, hij was niet echt oké. Hij had nog steeds pijn en hoewel het minder pijn deed als toen het glasstukje er wel inzat, deed het nog steeds super veel zeer. En het zou niet in één twee drie weggaan. Voorzichtig goot ze wat water vanuit haar fles op haar hand en streelde dit zachtjes over de wond heen. De Rhyhorn had nu niet echt het lef meer om weg te duiken want hij had al zijn kracht nu zowat opgebruikt, maar toch maakte hij een boos geluidje. Nadien pakte Nova een beetje verband en plakte die op en rondom de wond. Zo kon het goed gaan genezen. “Zo. Nu zou het normaal gezien beter moeten gaan” sprak ze terwijl dat Radish dichterbij kwam en hem met een gerustgestelde blik aankeek. Ze was blij voor hem dat hij nu eindelijk van het stomme stukje glas af was, want de kleine paarse oddish had zich erg veel zorgen gemaakt. En ergens; vroeg het zwartharige meisje zich goed af hoe er zo'n glasscherf in zijn rugplaat is terecht gekomen. Het was niet dat ze er nu een antwoord op kon vinden: het feit dat het stukje glas hem niet meer zou lastig vallen, was veel belangrijker. Ondertussen was de Rhyhorn al wat gekalmeerd, zeker omdat hij zich wat beschermder voelde wanneer Nova haar hand op zijn zij liet rusten. Er was een tint van bezorgheid te zien in zijn ogen, hij wilde niet weer dat er een glas op hem zou komen vast te zitten. "Het zal je niet nog eens gebeuren, dat weet ik zeker" zei ze en pakte de glasscherf, die nu ergens in haar buurt lag in haar hand, en stak die in haar rugzak. Straks zou ze het wel weggooien in de aangewezen container ofzo. Hopen dat het haar rugzak niet perongeluk zou doorsnijden, dat was soms ook wel eens irritant. Zij had nogal vreemde zorgen als mens zijnde, en de grootste zorgen die de pokémon tegenover haar had was pijn. Het contrast tussen hen was zo vreemd, maar in ieder geval had ze geholpen waar ze kon. En dat was belangrijk.
Het was tijd voor hen om waarschijnlijk terug te gaan. Ze hadden hier al lang genoeg gespendeerd en daarom zette het meisje zich ook weer recht, de oddish aangevend dat deze ook moest meekomen. Echter bleef Radish staan toen die bemerkte dat de Rhyhorn twijfelend de andere kant opkeek. Want hij was nog steeds angstig - hij moest zijn kudde zowat terug zien te vinden en proberen te vermijden dat er weer glas op hem vast zou komen. "Je kan gaan hoor, er zal je niets gebeuren", merkte ze zachtjes op terwijl ze van plan was om verder te stappen. Echter bleef ze toch nog even staan. Om te zien wat hij zou doen. De angst zat duidelijk nog in zijn ogen verworven - maar ze wist dat hij binnenin sterk genoeg was om door te gaan. "Of... Als je wil... kan je ook met ons mee? En dan kunnen we voor elkaar uitkijken..? Maar dat is echt enkel als jij dat wil..." de streep op haar gezicht veranderde in een afwachtende frons, ze ging niet weg zonder zeker te weten dat de Rhyhorn veilig zou wegkomen. Want ze wilde niet dat al haar moeite voor niets was geweest en dat hij dan weer pijn zou moeten lijden.. Ze had nooit zoveel compassie gedeeld met een Pokémon, en wilde daarom ook dat hij helemaal veilig was. En wel.