Eindelijk kon hij beginnen aan zijn avontuur. Een jaar later dan hij had verwacht, klopte hij op de voordeur van het Sunyshore lab. Kort raakte hij het zwarte klepje aan wat zijn rechteroog bedekte. Het ongeluk was alweer meer dan een jaar geleden, maar de gevolgen ervan waren nog altijd goed zichtbaar. Tenminste, ze waren afgeschermd door het klepje. Het voelde als de dag van gisteren dat hij aangekomen was in de grote stad, waar vervolgens het noodlottige ongeluk plaats had gevonden. Het had zijn hele leven veranderd. Je zag de wereld op een andere manier wanneer je maar één werkend oog had. Dat was niet iets wat de meeste mensen konden begrijpen, maar dit was zijn wereld nu.
Vol goede moed wachtte hij voor de ingang van het lab. Vandaag zou hij zijn nieuwe partner kiezen, al had hij geen idee wat hij kon verwachten. In het noordelijke Snowypoint City kwamen vooral veel ice-types voor, maar hij had geen idee of deze professor die ook uitdeelde. Misschien had hij wat meer research moeten doen. Zijn goede, helderblauwe oog bleef zich focussen op de deur totdat deze opende en de professor verscheen.
De professor liet hem naar binnen en ze kwamen aan bij een tafel waar drie Pokéballs op lagen. Enthousiast liet de professor hem de eerste Pokémon zien. Een Blitzle, volgens de professor. Cédric had nog nooit zo’n Pokémon gezien, dus hij nam haar woord er maar voor. De tweede Pokémon die verscheen was een Cutiefly, maar volgens de professor, was dit een speciale. ”Hoort ‘ie licht te geven?” vroeg hij enigszins skeptisch. De derde Pokémon die verscheen was een Venipede, maar zijn oog was blijven hangen op het lichtgevende vliegje. Cédric kneep zijn ogen wat meer samen terwijl hij het wezentje bestudeerde – erg groot was het niet. Als hij slim was, zou hij voor de Blitzle gaan, die zag er het sterkste uit. En hij moest er immers gyms mee winnen.
”Ik neem de Cutiefly wel.” Blijkbaar hield hij van glimmende dingetjes.