Lucia zat, halfnaakt, in het schemerdonker op haar bed, enige licht afkomstig van de badkamer en het scherm van haar holocaster. Ingespannen staarde ze naar het schermpje, ademhaling snel door de lichte paniek die door haar heen gonsde. Toen haar telefoon trilde en het eerste bericht binnenkwam, liet ze het bijna uit haar handen vallen.
» Broer 'Op het binnenplein van je schooltje'
Lucia haar hart sprong nog net niet uit haar borstkas terwijl ze omhoog veerde van het bed en het volle gewicht van de situatie op haar neerkwam. Vicar verschoot van schrik en hief zijn kop alert op om te peilen waar het gevaar was. Mistress gluurde met één oog strak naar Lucia maar verroerde zich niet.
"Nee, dit kan niet waar zijn." Mompelde ze gesmoord. Terwijl ze nadacht over een response probeerde ze te verwerken dat haar broer écht hier was. Midden op het binnenplein. Waar iedereen hem kon zien.. Maar een tweede berichtje schoot binnen.
» Broer'Geen nood heb de dorms gevonden'
» Broer 'Welke kamer lig je?'
Lucia vroeg zich af hoe hij zo snel was geworden met zijn prothese been. Als hij ze al had gevonden was er nog een kans dat de situatie redden viel als ze wel nú meteen in actie kwam. Haar kamer was op de zevende verdieping. Het kon wel even duren voor hij dat had uitgevonden en die tijd kon ze gebruiken om de trappen af te vliegen en hem eruit te werken voor te veel mensen hem zouden zien. Lucia wilde net een overhemd van de hanger af grissen toen er alweer een derde berichtje binnenkwam.
» Broer 'Ik kom naar binnen'
Een gesmoord geluidje schoot er uit haar keel terwijl ze de holocaster op het bed smeet en in blinde paniek de knoopjes van haar overhemd begon dicht te knopen met twee handen. Ze vloekte gefrustreerd. Het scheen hem toe dat knoopjes normaal nooit zó langzaam dichtgingen. Vicar was overeind gekomen door zijn trainers ongerief en snuffelde vragend aan haar benen maar ze besteedde geen aandacht aan hem. Op het bed plingde haar holocaster wederom. Tweemaal.
» Broer 'Is er een lift?'
» Broer 'Welk verdiep?'
Lucia trok haar schoenen aan, trok de deur open, keek even of er niemand op de gang was voor ze in een halsbrekende sprint trok en naar de trappen toe holde. Ze nam de treeën met twee tegelijk, zoefde de hoek om en ging door. Verdieping na verdieping. Ze had haar holocaster op het bed gelaten. Zodra ze stemmen hoorde of iemand de hoek om kwam, viel ze terug in een iet wat snelle pas en deed ze haar best om zo kalm mogelijk over te komen ondanks haar hart die als een wilde taillow in haar borst drumde. Ze rook de sigaretten lucht als eerste en toen ze eenmaal onderaan de trap tot stilstand kwam, rook ze hem ook. Zodra hun blikken kruiste, trok de weinige kleur die ze toch al niet had, weg uit haar gelaat. Het was maar goed voor haar broer dat er drie mensen in de lobby aanwezig waren anders had ze hem waarschijnlijk zijn been afgenomen en hem ermee doodgeslagen. Ze probeerde haar ademhaling en hartslag onder controle te krijgen terwijl ze naar hem toe beende en op gepaste afstand van hem bleef staan. Haar gezicht trok ze weer in de plooi al schoten haar ogen koortsachtig naar alle gezichten die hun kant op keken. Ze deed een pas naar voren, griste de sigaret uit zijn mond, trapde die kapot onder haar schoen en wierp hem toen met een spectaculaire worp het raam uit. Ze keek hem met een vernietigende blik aan.
"Waarom. Ben. Je. Hier." Siste ze op gevaarlijke fluistertoon.
"Kom mee." Snauwde ze voordat hij antwoord kon geven en ze beende naar de hal naast de trappen en beukte met haar vinger op het liftknopje. Er waren veel dingen die ze graag tegen hem wilde zeggen op dit moment maar gezien het gezelschap die ze hadden, besloot ze dat wijselijk niet te doen tot dat ze boven waren.