Dit was een grote fout en hij wist het vanaf de eerste stap die hij in het bos zetten. Buiten begon het al te schemeren, en terwijl het festival verlicht werd, was dat niet het geval voor het bos. Met zijn handen in zijn zakken, liep hij over het pad heen, zijn ogen strak gericht op het pad voor hem. Hoe haalde ze het in hun hoofd om zoveel pokémon los te laten op één plek? Het verbaasde hem dat er nog geen gewonden waren gevallen. Waarschijnlijk de reden dat mensen één pokémon mee mochten nemen, ter bescherming. Toch liep Casimir alleen door het bos en zat zijn vulpix nog steeds in haar bal. Enkel in uiterste nood zou hij haar eruit laten.
Geritsel in de struiken deed hem vanuit zijn ooghoeken dieper het bos in kijken. Er was niets te zien, maar hij durfde te zweren dat er iets zat. De vraag was enkel welke pokémon ze hier allemaal los hadden gelaten. Van omstanders had hij gehoord dat het voornamelijk ghost types waren, de types die geen schrik hadden om trainers te benaderen. Ondanks zijn kalme demeanor, voelde hij zich alles behalve gerust in dit bos.
Zijn ogen vielen op de hoop zand die voor hem het pad blokkeerde. In eerste instantie was hij niet helemaal zeker of het effectief een pokémon was, maar toen het bewoog werd zijn vermoede vastgesteld. Automatisch zetten hij een stap achteruit. Afwachtend keek hij de pokémon aan, maar het leek geen interesse in hem te hebben. De pokémon hield hem echter duidelijk in het oog, ondanks dat hij niet zeker was of het effectief ogen had. Voorzichtig begon Casimir verder te wandelen om in een boog rond de pokémon te wandelen. Het ding draaide mee en bleef hem heel de tijd volgen, maar verder leek het niet van plan iets te doen. Eenmaal dat het ding achter hem was ontspande hij zijn schouders weer wat en wandelde hij verder. Er waren enkele pokémon die hij misschien in zijn team wenste, als hij ze kon vinden.
Ondanks dat Casimir er zeker van was dat hij helemaal alleen was in het bos, hoorde hij plots iemand snikken achter hem. Het deed hem over zijn schouder kijken, hopend dat er niet echt iemand zat te wenen, maar er was helemaal niemand. Enkel bomen en het lege pad waar hij vandaan was gekomen. Zijn ogen vernauwden zich terwijl voor een laatste keer om zich heen keek om zeker te zijn dat er niemand was en dan wandelde hij verder. Hij kwam slechts enkele meters verder toen het gesnik terug was en deze keer draaide hij zich gelijk volledig om. Weer werd hij begroet door de lege omgeving.
Iets was hem in de maling aan het nemen en hij vond het maar niks. Er was niemand bij hem dus moest het wel één van die pokémon zijn die ze hier los gelaten hadden. Hij pakte er één van zijn lege pokéballen bij, klaar om het naar de pokémon te gooien als het eenmaal zou verschijnen. Het was niet zo zeer dat hij het wezen wilde hebben, maar het zou er wel voor zorgen dat hij er vanaf was.
Het menselijk geluid weerklonk voor een derde keer, en weer kwam het van achter hem. Nog sneller als de vorige keer draaide hij zich om en deze keer vielen zijn grijze ogen op de paarse pokémon die hem met een grijns uitdagend aankeek. Casimir had geen idee wat voor pokémon het was, maar hij vertrouwde haar niet. Verschillende kleine gele licht bolletjes verschenen om de pokémon heen en de grijns die ze had werd alleen maar groter. Zonder na te denken gooide Casimir zijn pokébal op het wezen af. De gele lichtjes verdwenen het moment dat ze de bal in verdween en de grond op viel. Wat een afgrijselijk ding...