Als Misha de afgelopen uren in één woord moest moest beschrijven, kwam ‘desastreus’ wel het dichtste bij. Hier was hij geweest, midden in een deal, toen Crescent Moon het pand kwam binnenstappen. Onder luid kabaal trapte ze de deur in en toen Misha het geluid van blaffende Houndour had gehoord, wist hij dat de politie ook van de partij was. Misha had op de zolder gezeten, gehurkt onder de draagbalken terwijl hij zijn tas leeghaalde. De doffe dreun was goed in het pand te horen, want de muren waren erg dun en in niet al te beste staat. Luid vloekend had hij de ander uit de weg geduwd, zijn producten in zijn tas gesmeten, die van de grond gerukt en begon hij het zolderraampje open te wrikken. In zijn haast viel Scarlett haar pokebal uit zijn zak en verscheen de Treecko naast hem, gealarmeerd om zich heen kijkend wat haar trainer in zo’n staat had gebracht. Het zolderraampje was klein, zat op enkelhoogte en was erg nauw. Misha paste er nét doorheen maar dan was er natuurlijk het probleem dat hij op drie hoog zat en het flink pijn ging doen als hij neerkwam. Recht onder hem stond een open vuilcontainer die tot de nok toe gevuld was met vuilniszakken. Hij stak zijn hoofd naar buiten en kreunde. Allemachtig, wat een eind.. Achter hem klonken boze stemmen die bevelen schreeuwde, het gestommel van voetstappen, gegil, gevloek, het geblaf van honden. Misha gooide zijn tasje door het open raam en dook er achteraan. Hij landde pijnlijk op zijn rug op de vuilniszakken waardoor de lucht uit zijn longen werd geperst. Ook schoot er een pijnscheut door zijn linkerknie. Met tranende ogen dwong hij zijn spieren om te luisteren en kwam hij overeind. Boven hem keek Scarlett erg bezorgt naar beneden. “Kom nou! Dom beest!” Snauwde hij kwaad naar haar. Er klonk een doffe dreun en Scarlett keek achterom. Misha wilde het er niet op wagen. Hij klauterde vlug de container uit, sloeg zijn rugzak om en begon te rennen. Pokémon konden vervangen worden. Maar toen hij op de hoek van de straat was klonk er een knal, het geluid van brekend glas en draaide Misha zich om. Een vuurstraal vloog door het raam heen waar Misha zojuist doorheen was gegaan, gevolgd door nog een kreet, een hoog gepiep en Scarlett die even later naar buiten kwam zeilen. Ze had brandwonden op haar armen en benen en grimaste pijnlijk. Ze was niet recht naar beneden gesprongen, ze zou de container missen en lelijk neerkomen,besefte Misha. Maar voordat ze de grond raken kon begon ze te gloeien, een oogverblindend en helder licht die pijn deed aan zijn ogen.
Hij hoorde stemmen en besloot het er voor nu bij te laten. Misha begon te rennen en liet zijn al evoluerende Treecko achter in het steegje. Bij elke stap die hij zette, schoot er een gemene pijn door zijn linkerbeen recht naar zijn knie. Hij stopte niet met rennen tot hij minstens vier blokken verwijderd was van het kraakpand, zijn been in brand leek te staan en in zijn zij zulke erge steken schoten dat hij dacht dat hij doodging. Hij gleed langs de muur naar beneden en hield zijn handen om zijn knie gedrukt, dubbelgevouwen tot hij op zijn zij viel en zijn wang op de koude straat legde. Dat was kantje boord geweest.. Het was al enige tijd geleden sinds hij met de politie was geconfronteerd. Hij had deze levensstijl niet zo lang overleefd door gepakt te worden. Integendeel. Zijn holocaster piepte ergens vanuit zijn broekzak. Misha kreunde maar voelde weinig aandrang om ervoor op te staan. Terwijl hij daar lag, hoorde hij het vage geluid van platte voeten die zijn kant op kwamen. Hij opende zijn ogen en krabbelde halfslachtig overeind. Voor hem stond geen Treecko meer maar zijn geëvolueerde Grovyle. En het eerste wat ze deed, was haar vlijmscherpe blad over zijn wang halen.