If I had a flower for every time I thought of you...
Kom kom je bent een grote meid Monika. Tenminste dat moest ze zijn. Ze was potverdorie volwassen en was terug gerend naar haar ouders met haar staart tussen haar benen. Tenminste als ze een staart had, wat ze gelukkig niet had want anders zou het sowieso een Eevee staart geweest zijn en dan was ze misschien wel een beeeetje te obsessief bezig met haar plannen. Nee ze had geen staart en ze was ook een hele grote meid dus hier stond ze weer. Opnieuw weg van haar ouders, opnieuw ready voor een avontuur. Met een trotse blik die misschien 1000 lagen angst verborgen knikte ze zichzelf toe. Dit keer ging t m worden. Dit keer zou ze wel blijven, zou ze niet vluchten als het even te heet onder haar schoenen werd. Dit keer kon ze het.
Met een extra grote sjaal om zijn bevende schouders heen geslagen, stapte Miko het pokécenter uit. Dampwolkjes kwamen er met zachte stoten uit terwijl hij met zijn handen in zijn zakken begon te lopen. Hij wilde een leuk cadeautje voor Myrddin komen om hem wat op te vrolijken. Zijn kleine vriend was vreselijk teneergeslagen de laatste tijd, wist hij maar waarom. Hij was een keer thuis gekomen en had Myrddin in alle staten aangetroffen, maar hij wilde maar niet vertellen aan Miko wat er aan de hand was. Vanaf dat punt had Miko geprobeerd om extra aardig te zijn voor hem en hem zo veel mogelijk te ontlasten. Hij maakte extra schoon en wilde bijna elke avond koken voor hem, iets wat hij erg leuk vond om te doen. Maar hij had geen baan en kon moeilijk allerlei spullen gaan kopen voor Myrddin van zijn eigen zakgeld. Terwijl Miko hierover nadacht, liet hij zijn ogen over de winkelruiten gaan. Hij bleef staan op een paar meter afstand van een meisje. Ze had roodachtig haar en hoe ze daar stond leek ze een beetje verloren. Miko wist zijn weg in Veilstone City helemaal niet maar liep al op haar af voor hij er erg in had. Toen hij bij haar stond keek hij haar onderzoekend aan. “Hey, alles goed?” Opende hij met een glimlach. “Je ziet er zo verloren uit.” Miko had weinig angst voor vreemden en keek haar dus ook aan met een onverhulde openheid. Vreemden op straat hadden soms zulke interessante verhalen te vertellen.