talk about whether or not I wanna call it emotion
No I don't wanna
De man tegen wie hij sprak gaf nog een klap tegen de kooien aan, waardoor alles en iedereen in de buurt opschrok. Pokémon begonnen wild geluiden te maken. Alaric zuchtte en keek kort naar de kerel die nu op hem af stapte. Het was duidelijk dat hier 0,0 gevoel voor Pokémon zat, maar dat was in lijn met de verwachtingen die hij van deze plek had. De man had een lage brommende stem. "Ik heb een lading Vulpixes binnen gehad, jij gaat ze oormerken." Alaric keek even kort naar de kooien achter hem, waar inderdaad Vulpixes in zaten. Echt tijd om er lang bij stil te staan was er niet. De man ging hem een spoedcursus geven. Er werd een tang van een krat gevist, samen met een doosje. Hij liep achter hem aan, hij kon niet staan twijfelen nu.
De Vulpixes sprongen enthousiast tegen de kooien op om te kijken wie er naar hen toe kwam. Ze hadden deze beesten vast gevangen in de laatste swarm die gespot was. Alaric keek kort naar de beestjes, ze moesten eens weten. Hij wist met honderd procent zekerheid dat alle vossen in de kooien hem zouden haten aan het eind van de dag. De man ramde nog een keer op een kooi zodat alle Pokémon naar achteren doken. Toen opende hij het deurtje en griste hardhandig een Vulpix aan zijn nekvel de kooi uit. Alaric wou er iets van zeggen, maar slikte zijn woorden in omdat het waarschijnlijk geen goed idee was. Hij zou het zo meteen zelf kunnen doen, anders. "Opletten nu, ik doe het maar één keer voor." zei de man chagrijnig. Hij ging zitten, klemde de Vulpix met een arm vast. "Jij doet het merk op de tang, hier." het doosje en de tang werden zijn kant op gegooid en hij ving ze. Toen hij het doosje opende zag hij de gekleurde stukken plastic met nummers. Het was duidelijk welke kan waar op ging. Het was ook nu pas dat hij kon zien hoe scherp de punt van de tang was. Hij deed het merk op de tang. "Ja, zo. Nummer op de pin en achterkant op de ander. Hier geven." Alaric gaf de geladen tang af, probeerde zijn gezicht strak te houden terwijl hij zag hoe de man het oor van de vastgeklemde Vulpix vastpakte. "Je moet voelen voor het dunste stuk kraakbeen, gaat het makkelijkste. Daarna druk je gewoon," de man drukte de tang dicht en de Vulpix jankte scherp. Alaric fronste lichtjes bij het horen van het geluid. Het was dat hij wist dat hij niet weg kon, want anders..
De Vulpix werd in een lege kooi gedaan. "Alles met een merk douw je daar in, als je klaar bent meld je je bij mij." Alaric knikte, nog steeds te gespannen om een woord uit te brengen. Hij wou ook helemaal niet met deze man praten. Hij zag uit alsof hij nog nooit van douchen gehoord had en meurde naar alcohol. Alaric laadde een nieuw nummer op de tang voordat hij ging zitten op de plek waar de man net zat. De tang legde hij neer en toen hij naar een van de kooien liep doken de Vulpixes al naar achteren toe. Alaric probeerde rustig eentje vast te pakken, maar werd begroet met tanden die in zijn hand zonken. Shit. Het was niet diep genoeg om bloed te trekken, maar wel genoeg voor een afdruk. Hij trok zijn hand terug en hoorde op de achtergrond de man lachen, die naar hem had staan kijken blijkbaar. "Ze zijn allemaal wild sukkel, beter pak je ze gewoon vast." Alaric snoof. Het ging compleet tegen zijn manieren in om zo tegen Pokémon te doen. Maar toch... hij zou niks bereiken als hij ze niet te pakken kreeg. Hij moest wel. "Sorry," mompelde hij zachtjes terwijl hij de Vulpix even hardhandig vastpakte als dat de man hem had laten zien. Het beestje liet zich wat zielig hangen terwijl hij uit de kooi gehaald werd en Alaric klemde het beestje tegen zich aan terwijl hij de kooi weer dicht deed. Hij ging zitten, greep de Pokémon goed vast zodat hij zijn hoofd niet zo makkelijk kon bewegen. Met zijn vrije hand pakte hij de tang vast. Hij voelde het oor van de grommende Vulpix af, aftastend naar wat de man bedoeld had met het 'dunste stuk kraakbeen'. Toen hij het gevonden had zette hij de tang goed. In één keer doordrukken. Alaric dankte zichzelf dat hij zo'n sterke grip in zijn handen had, want hij kon in een klap door drukken. Het beestje jankte en spartelde in zijn armen. Het geluid van de gillende Vulpix vond hij vreselijk om te horen. En hoewel hij het beestje kort tegen zich aan drukte om te kijken of hij kalmer werd, lukte dit niet. Nagels kraste over zijn armen heen en Alaric stond snel op om het beestje in de kooi met de andere gemerkte Vulpix te drukken. Toen hij het ding eindelijk dicht had keek hij verslagen naar de andere kooi. Nog acht te gaan.
Hoe was het zo dat hij zonder twee keer nadenken een man door zijn hoofd geschoten had, maar nu wel moeite had met Vulpixes een oormerk in doen? Het was een soort mentale strijd die de jongen met zichzelf voerde. Hij had zichzelf zo vaak in de sportschool ook gezegd: pijn is een emotie, dat kun je uit zetten. Maar was dat ook zo? Of gold dat alleen voor fysieke pijn? Alaric zuchtte en laadde een nieuw nummer op de tang. Uit zijn zak haalde hij zijn draadloze oordopjes. Hij hoefde de beesten niet horen schreeuwen als hij zijn muziek op standje gehoorbeschadiging had staan. Dan zou het vast makkelijker gaan. Hij drukte beide oordopjes in zijn oren, verbond ze met zijn Holo Caster en al snel speelde hij keihard Reise, Reise van Rammstein over zijn oordopjes. Hij was op dit moment heel blij met zijn harde muzieksmaak. Het geluid van gitaren en drums zouden het geschreeuw van de Vulpixes buiten sluiten.
En zo pakte hij Vulpix nummer twee hardhandig uit de kooi. Hij merkte dat het makkelijker ging nu hij wist dat hij ze niet meer hoefde te horen. Alaric kon zich volledig richten op songtekst om hersenloos te werk te gaan. Want dat was het, lopende band werk. Hij wist nu ook beter wanneer hij kon verwachten dat een Vulpix hem zou proberen te bijten. Hij pakte de tang, voelde het oor af, plaatste de tang goed en dan was het een kwestie van drukken. Voordat hij het wist had hij de derde Vulpix ook in de kooi zitten. Toen pakte hij nummer vier vast. Grijpen, zitten, tang, drukken. Tegen de tijd dat hij Vulpix nummer zeven vast had was hij er handig in geworden. De jongen was volledig gefocust op de muziek die door zijn oordopjes schreeuwde. Hij trok zijn hand net te laat weg toen hij zag dat Vulpix nummer acht hem wou bijten en dit keer bloedde het wel. "Fuck," vloekte hij zachtjes. Maar hij had geen tijd om er uitgebreid na te kijken. Als hij deze Vulpix klaar had, dan zou hij vrij zijn. Maar de laatste leek de meest moeilijke van allemaal. Het duurde zeker vijf minuten voordat hij het beest klem op zijn schoot had en doordat hij vergeten was om het nummer te laden voordat hij de Vulpix pakte, zat hij daar nu ook mee te kloten. Hij kreeg het nummer in de tang maar niet voordat er eerst nog tanden in zijn arm gezet waren. Hij kon niet helpen om te denken dat hij dat verdiend had na zijn harteloze benadering van dit alles. Maar wat moest hij dan? Ze allemaal los laten? Dat was geen optie. Harder dan nodig drukte hij het hoofd van de Vulpix die hem nu al twee keer gebeten had vast tegen zijn been, om daarna zijn laatste oornummer er in te drukken. Eindelijk.
Toen hij de Pokémon eenmaal in zijn kooi had zitten, durfde hij pas zijn oordopjes weer uit te doen. Deze verdwenen weer in hun hoesje in zijn zak voordat hij terug liep naar de man. Die net een van de Vulpixes aan iemand aan stond te smeren. "Ben klaar." was het enige wat hij zei. "Nou ze hebben je goed te pakken gehad." lachte de kerel hard op toen hij Alaric's handen zag, onder de sporen van nagels die hem gekrabd hadden en bloed dat uit een van de beten kwam. Zijn bloedende hand veegde hij af aan zijn broek. Hij wou weg.