Hoe langer ze over het festival terrein liep, hoe meer mensen ze leerde kennen. Gioya verbaasde haarzelf eigenlijk hoe makkelijk het haar af ging. Ze had zichzelf gezien als vrij verlegen. Misschien moest ze die beschrijving van haarzelf maar eens aanpassen. Ze liep over het pleintje met de kraampjes en vroeg een van de meisjes een klein zakje met chocolaatjes. Het was nog een jong meisje, Gioya had het idee dat ze een van de kinderen van de kraamhouders was. Enorm schattig. Het meisje overhandigde haar het zakje met chocolaatjes en Gioya rekende af. Daarna draaide ze zich om, frummelde het zakje open en stak één van de chocolaatjes in haar mond. Tja, niemand ging het voor haar kopen, dus dan moest ze het zelf maar doen. Maar het punt van chocola is dat je nooit één stukje neemt. Gioya ging dus al snel aan de kant om haar tas neer te zetten en het - half opgegeten - zakje erin te doen. Maar in haar on oplettendheid rolde een van de Pokéballs uit haar tas en sprong open. Het volgende moment stond Rapunzel naast haar. 'Oh, euh. Sorry.' Gioya wist niet hoe de Mawile zou reageren in de drukte. Maar ze leek haar ogen uit te kijken. Gioya pakte de Pokeball, stopte die weer in haar tas en stond recht. Misschien was dit zo slecht nog niet.
Fout gedacht. Ineens rende de Mawile naar rechts toe, langs het chocolade kraampje. 'Nee, wacht!' Arceus, waarom deed ze dit ook? Gioya rende de Pokémon achterna, om te zien dat ze bij een jongen was aangekomen, en die met grote belangstelling bekeek. 'Kom eens even terug joh!' Gioya had de Pokeball alweer tevoorschijn gehaald en liet de Mawile terugkeren. 'Sorry, ik hoop dat ze je niet heeft laten schrikken?' zei Gioya terwijl ze de jongen vragend aankeek. 'Ik heb haar net, we moeten nog even aan elkaar wennen...'
The hypocrite of darkness shows its face, like a nightmare, again, this repetitive pattern
Rustig liep hij over het Festival met de Rockruff aan zijn zijde. Het beest was niet zot op het vele volk om zich heen, maar het was maar iets waar hij aan moest wennen. Iedere keer dat het gedrag vertoonde dat Casimir niet goedkeurde gaf hij het wezen een waarschuwing. Hopelijk zou het er uiteindelijk voor zorgen dat hij zich perfect zou gedragen.
Er was echter veel af te lezen aan de pokémon, en toen het zijn oren spitste was Casimir gelijk alert. Een Mawile verscheen voor zijn voeten en automatisch zetten hij twee stappen naar achter. De pokémon deed dan misschien niets, maar hij kon het niet vertrouwen. Gelukkig verscheen er al snel een rode straal en verdween de pokémon.
Met vernauwde ogen keek Casimir naar het meisje dat aan kwam gelopen, maar tot zijn verbazing liet ze direct de pokémon terugkeren. Er volgde al snel een verontschuldiging en excuus. Zijn armen sloeg hij over elkaar heen, de woorden die hij nodig had om haar een preek te geven lagen klaar op zijn tong. Maar ze kwamen nooit. Casimir haalde even diep adem en zijn expressie verzachte. “Het is—,” begon hij. Oké. Maar het was niet oké. “Er is niks gebeurd, dat is wat telt,” besloot hij in de plaats te zeggen. Pokémon die hij niet kende hield hij het liefst zo ver mogelijk uit zijn buurt, zeker als ze niet luisterde naar hun trainer. In zijn ogen was het enkel vragen om problemen.
De jongen waar Rapunzel naartoe was gerend, was iets langer dan Gioya, had zwart haar en ook zijn kleding was zwart. Zeker tussen de fel gekleurde menigte, viel hij best op. Ook omdat hij - net als zij zelf - alleen was. Gioya merkte ook al snel op dat hij het zachtsgezegt niet heel fijn vond dat de Mawile zo naar hem stond te kijken. Gelukkig had ze de Pokémon dan ook weer snel terug in de bal. Toen Gioya hem aankeek, naar haar excuus, moest ze toch moeite doen om niet in elkaar te krimpen. De jongen zag eruit alsof hij klaar stond om haar weer even op haar plek te zetten. Zijn armen waren over elkaar geslagen en Gioya kon zweren dat ze de eerste woorden al hoorden. In haar hoofd. Want uit zijn mond kwamen ze niet. Er klonk uiteindelijk dat er gelukkig niets gebeurd was. Gelukkig. Gioya haalde even adem om zichzelf weer te herstellen. 'Gelukkig,' sprak ze. 'Sorry -' ze stopte haar zin, dat had ze nu al gezegd, en hij had het geaccepteerd. En ze had ook al de reden uitgelegd. Dat hoefde niet nog een keer. 'Ik ben blij dat er niets is gebeurd. Ik ben Gioya, trouwens.' Misschien kon ze hier toch nog een gesprek uit halen, en zo niet, dat konden ze gewoon hun eigen weg vervolgen.
The hypocrite of darkness shows its face, like a nightmare, again, this repetitive pattern
Tijdens Nieuwjaar had hij beloofd om mensen een kans te geven. Dat wilde zeggen dat hij mensen niet direct mocht beoordelen aan de hand van hun eerste indruk. Het was al zo vaak fout gelopen en ook nu had hij weer op het punt gestaan om haar gedrag af te keuren. De enige reden dat Casimir het niet deed was omdat ze de pokémon direct had laten terugkeren. Ze was slimmer dan veel andere mensen die hij al was tegengekomen.
Zijn armen sloeg hij star over elkaar toen er nog een tweede sorry volgde. “Ik ook,” beaamde hij nadat ze zei dat ze blij was dat er niks was gebeurd. “Het kan snel verkeerd gaan. Zeker met pokémon die je niet kent,” de woorden waren eruit voor hij er zelf erg in had en klonken meer afkeurend dan nodig was. Naast hem ging de Rockruff zitten om vanaf daar het meisje in het oog te houden. “Casimir,” stelde hij zich op zijn beurt voor, want waarom ook niet.
De lucht klaarde een klein beetje, alsof de donderwolk boven het hoofd van de jongen nu grijs was, in plaats van bijna zwart. Gioya merkte dat ze opnieuw erg gevoelig was voor de non-verbale taal die de jongen uitte, maar ze probeerde het naast zich neer te leggen. Het kan snel verkeerd gaan. Gioya kantelde haar hoofd een klein tikje, bijna onmerkbaar. Hmm. Een dergelijke ervaring had zij gelukkig niet meegemaakt. Maar deze jongen duidelijk wel. Hij stelde zich daarna voor als Casimir. 'Ik heb gelukkig nog nooit een slechte ervaring gehad met Pokémon.' zei ze voorzichtig, alsof ze zichzelf moest uitleggen. Verklaren. 'Maar ik besef wel dat dat niet vanzelfsprekend is.' Natuurlijk, Pokémon waren nogsteeds vaak wilde wezens. Je kon ze nooit 100 procent begrijpen, en bij schrik, pijn of ander ongemak, was een verkeerde reactie al snel uitgevoerd. En zeker bij grote Pokémon, of bijvoorbeeld vuur types. Tja, Gioya kon zich de rampen wel voorstellen. Haar oog viel al snel op de Rockruff die naast Casimir zat. Hij leek haar nauwlettend in de gaten te houden. Ze kon het niet laten om te glimlachen, ook omdat ze nog geen paar uur geleden Alain had ontmoet, doordat een Lycanrock naar haar toe was gerend. Die was roze, maar dat stond er los van.
The hypocrite of darkness shows its face, like a nightmare, again, this repetitive pattern
Pokémon waren wezens met immense krachten waar je als mens zijnde niet tegenop kon. De kleinste pokémon kon het grootste gevaar vormen. Een detail dat veel mensen leken te vergeten omdat ze steeds omringd werden door brave pokémon. Elke dag gebeurde er wel een ramp waar een pokémon bij betrokken was, maar mensen hadden oogkleppen op. Casimir irriteerde zich altijd mateloos aan het roekeloze gedrag van zoveel mensen.
Ze liet vallen dat ze nog nooit een slechte ervaring heeft meegemaakt met pokémon, iets wat hem bedenkelijk deed hummen. Natuurlijk. Zijn wenkbrauwen schoten echter even kort omhoog bij de volgende woorden. “Het is snel gebeurd,” beaamde hij. Voor je het wist ging het verkeerd, en kon je er niets aan veranderen. “Mensen vergeten het wel eens, wat zorgt voor een gebrek aan discipline bij hun pokémon,” zei Casimir, aan zijn stem was het duidelijk merkbaar dat de gedachte alleen al hem irriteerde. Hoe vaak pokémon niet luisterde naar hun trainers was onbegrijpbaar. Even liet hij zijn blik vallen op de Rockruff aan zijn voeten. Dat beest durfde zich ook te misdragen, maar voorlopig was het weer in orde, al ging het met ups en downs.
Hij humde op haar reactie dat zij zo'n ervaring niet had meegemaakt, en vervolgde dat zo iets snel kon gebeuren. Dat er een gebrek aan discipline was bij Pokémon. Gioya wendde haar ogen even af, nadenkend over een reactie. Gebrek aan discipline. Zo dacht zij zelf helemaal niet bij haar Pokémon. Ze wilde een wederzijdse band. Wederzijds vertrouwen. Zo was ze ook opgevoed, en ze leefde met het naïeve idee dat dat de manier was waarop het ging. Maar dat was dus niet zo. 'Maar je hebt zelf wel Pokémon.' Het was een constatering en vraag in één. Ze wilde Casimir overspoelen met vragen, maar besefte tegelijk dat best een gevoelig onderwerp kon zijn. En ze kenden elkaar helemaal niet. Maar als hij zo dacht over Pokémon - dat ze onder discipline moesten staan, moesten luisteren. Hoe dacht hij dan over mensen? Wat voor persoon had ze hier nou eigenlijk voor zich? En natuurlijk was het haar duidelijk dat hij echt wel wat mee had gemaakt, maar was dat zo erg geweest dat het hem zodanig had veranderd? Of zat er al een stuk wantrouwen in zijn karakter en had het incident - wat dat dan ook geweest mocht zijn - dat juist versterkt? Zo. Veel. Vragen.
The hypocrite of darkness shows its face, like a nightmare, again, this repetitive pattern
Casimir begreep niet hoe mensen roekeloos konden omspringen met hun pokémon, alsof ze niet besefte wat een schade ze konden aanbrengen. Als ze steeds mochten doen wat ze wilden en enkel een zachte tik kregen op de vingers, zouden ze steeds een beetje meer proberen tot je uiteindelijk helemaal geen controle hadden.
De opmerking van het meisje deed hem echter een wenkbrauw ophalen, terwijl hij haar met gekruiste armen bleef aankijken. “Correct.” Het was een grote stap geweest voor hem om te beginnen met pokémon. Een lange tijd had Casimir er niks mee te maken willen hebben, maar langzaamaan begon hij sommige pokémon die hij had te vertrouwen. Echter zou dat vertrouwen altijd aan een zijde draadje hangen. “Ik wil mensen kunnen tonen hoe je pokémon wel op een veilige manier kan houden,” legde hij uit. Dat was immers de onderliggende vraag geweest, niet? Mensen vroegen het zich altijd af, want slechts weinigen begrepen zijn standpunt.
Mijn hemel, Gioya bleef zich verbazen over de attitude van deze jongen. Hij leek het gewoon niet af te kunnen schudden. Opnieuw werd er een wenkbrauw naar haar opgetrokken, en werd ze met gekruisde armen aangekeken. Het antwoord luidde dat hij blijkbaar wilde laten zien hoe het wel moest. Ergens kwam er nu rust in haar hoofd, merkte ze, nu ze het beeld van Casimir vast had staan. Niet aardig. Maar het type om dat te laten zien was ze niet. Ze pakte de band van haar rugzak die om haar schouders hing vast met één hand, als een zenuwtrekje. Want ergens had ze het idee dat hij, ondanks dat hij Pokémon had, ze niet helemaal vertrouwde. En waarom had je ze dan? Waar was dan die relatie op gebaseerd? Ze zocht naar woorden, iets om te zeggen, maar Gioya wist gewoon even niet meer wat. Misschien moest ze zo ook gewoon lekker verder gaan lopen.
The hypocrite of darkness shows its face, like a nightmare, again, this repetitive pattern
Voor hem was het een grote stap geweest om weer pokémon te hebben. Het was niet zo dat hij elke pokémon die hij had direct vertrouwde, het was een band die moest groeien en zelfs dan. Dat veel mensen het niet begrepen, was vaak een struikelblok, maar helaas niet onlogisch in een wereld waar ze overal te vinden waren.
Er kwam geen reactie meer van het meisje dat voor hem stond en ook de Rockruff aan zijn zijde had zijn blik al ergens anders op gericht. Het was vast tijd om deze persoon alleen te laten. Misschien dat zijn woorden nog iets hadden kunnen bijbrengen, maar meestal niet. Tot er echt wat gebeurde, waren mensen zo naïef als maar kon zijn als het om pokémon ging.
“Ik ga maar eens verder,” deelde hij mee. “Heb nog een prettige dag.” Met die woorden draaide hij zich wat om en vervolgde hij zijn weg, op de voet gevolgd door de Rockruff.