Na al die maanden vond Cerys zichzelf eindelijk weer terug tussen de zoetgeurenden bloemen van de Trophy Garden. Enkele knoppen waren al doorgebroken nu dat het klimaat weer een beetje warmer werd en het minder vaak vroor. Maar Cerys was enkel in de overkoepelende kas te vinden waar alle bloemen nog vol in bloei stonden en het een aangenaam temperatuurtje was. Aan haar zijde liepen Pleb en Nocturne. De twee pokémon waren haar steun en toeverlaat geworden, om al het kwaad te weren natuurlijk. Ze zou er nooit meer lopen knuffelen maar rende in ieder geval ook niet meer gillend weg als Pleb om de hoek kwam kijken. Bij een klein fonteintje ging Cerys op de rand zitten en luisterde ze naar het kletteren van het water achter haar. Een waterstraal spoot uit de mond van een steigerende Rapidash en zag er alleszins imposant uit. Het marmer was verkleurd op sommigen plekken, geweerd door de stroom aan water wat er jarenlang langs had gestreken. Cerys sloot haar blauwe ogen voor een tel en zuchtte. Ze kon hier wel eeuwig blijven zitten. Het was inmiddels bijna een jaar geleden dat ze haar vader was verloren en merkte dat het gemis nog steeds aanwezig was, dan wel minder sterk. Nocturne streek langs haar heen toen hij tegen haar been aan ging zitten en ze streelde hem afwezig door zijn witte haren. Wegdromend tussen de geur van de bloemen en de warmte van de kas.
Het is prachtig helder weer en het is druk in de Trophy Garden. Overal hoor je gelach en gegil in het bos. Een hele basisschool lijkt schoolreisje te hebben en overal lopen kinderen. Wat irritant! Wat nu?