Met grote ogen staarde hij naar het gebouw waar zijn Pokémon in was verdwenen. Een vreemde, roze Pokémon was tevoorschijn gekomen, had Amber uit zijn armen getrokken en was zo naar het huis gevlogen, lachende. Het beest had nog even achterom gekeken, voordat het de deuren achter zich had gesloten, het gejank van zijn Alolan Vulpix was het laatste dat hij nog had gehoord, voor dat de geluiden van het bos terug de overhand hadden genomen. Het duurde even, maar al snel was hij in beweging gekomen richting het vervallen gebouw. Hij moest zijn Pokémon redden van dat monster. Amber was immers zijn Pokémon... En ondanks dat hij het niet heel graag toegaf, gaf ze hem wel hoop en een fijn gevoel als ze bij hem was. Ze bracht hem rust en geluk. En dat betekende enorm veel voor de man die Pokémon maar nare wezens vond. Het was de eerste Pokémon waar hij echt mee klikte.
Even haalde hij diep adem, waarna hij de deuren opende van het gebouw en naar binnen wandelde. Wel meteen kon Lloyd het gelach van de roze Pokémon horen, waarbij opkeek. Nu pas kon hij zien dat het een Mismagius was. De Pokémon bewoog even heen en weer en hield AMber op, die luider begon te janken, voordat ze de trap op hoverde en om de hoek verdween. De deuren sloegen meteen achter hem toe, waarbij ook Lo zelf een piepje liet horen uit pure angst. Hij slikte even en legde een hand langs zijn hoofd. Hij kon dit wel. Rustig nam hij zijn holo caster, waarna hij de zaklamp functie aanzette en de trappen op begon te lopen, om meteen in de richting te gaan waar hij de twee Pokémon had zien verdwijnen.
De kou trekt door je heen tot op het bot, de zaklamp functie van je Holocaster sputtert voor een moment, maar blijft aan. In de verte hoor je gekakel, aan je rechterkant een zacht gejammer en in de uiterste hoeken van het huis potten die op de grond vallen.
Het lciht flikkerde even, waardoor Lo even rustig zijn holo caster wat hoger hield en bekeek. Was er iets aan? Het was het gekakel dat hem liet opkijken. Even knipperde hij vluchtig, voordat hij een paar passen naar voren zette. "Amber?" riep hij even zo luid mogelijk. Het eerste wat hij echter hoorde, was gejammer. Het leek te komen van een kamer naast hem op de gang. Hij kantelde zijn hoofd wat en stapte naar de deur van de kamer toe. Rustig plaatste hij zijn hand op de klink van de deur, waarna hij deze kalm opende. Zijn helderblauwe ogen scande de omgeving even, waarbij hij met het lichtje van zijn holo caster rond begon te kijken. "Hallo?" sprak hij zo luid mogelijk, een stap naar binnen zetten. "Amber? Ben jij dat? Kom hier meis, ik ben hier," zei hij op een bezorgde toon terwijl hij verder de kamer in stapte, voorzichtig en behoedzaam. Als hij de Mismagius nog eens zag met zijn Pokémon zou hij niet meer twijfelen om het beestje zo uit haar... Handen (?) te trekken.
De 'kamer' waar je in terecht komt, heeft niet veel meer over. De muur is ingezakt en kille wind giert erdoor heen. Gordijnen wapperen in open en gebroken ramen. In je rechterhoek schiet iets weg, maar als je kijkt is er helemaal niets. Aan je linkerkant nog een keer. Het gejammer lijkt van zowel buiten de ramen, als verder in de ruïnes te komen.
Hij knipperde even verbaasd en keek verward rond. What the? Hij haalde even diep adem, hield deze vast en liet een zucht los. "Hallo?" zei hij zachtjes tegen hetgeen dat rond hem was. Maar hij kon nergens precies vinden waar dit geluid vandaan kwam... Onzeker legde hij zijn handen wat over elkaar, zijn vingers over de rug van zijn tedere handen brengende. Hij wandelde dan ook wat opzij en keek over de gevallen muur heen... Hij leunde wat voorover en besloot om wat te klimmen op het ding. Steeds zoekende naar stabiliteit voordat hij zijn voet stevig neerzette. Hij wilde niet vallen en zichzelf pijn doen, dat zou alleen voor meer problemen zorgen dan dat hij al had. "Ben je hier AMber?" vroeg hij onzeker, een poging om zijn stem harder te laten klinken.
Een hoofdje steekt zich om de hoek heen. Het is Amber niet. Maar wel- O! Voor je kan reageren schiet het hoofdje alweer weg en hoor je pootstappen wegsterven.
Huh? Hij knipperde even en keek om waar hij het geluid had gehoord. "Amber?" riep hij door de gang heen, waarna hij in de richting van de beweging begon te lopen. Zijn pas versnellende. Hij sloeg wel meteen de hoek om, waar hij nog net een stukje blauw zag verdwijnen. Het leek erop dat hij het wezen aan het inhalen was. "Hey, wacht es even!" riep hij achter de onbekende POkémon aan. "Ik ben mijn Pokémon kwijt! Een Mismagius heeft der en-" maar toen hij de hoek goed en wel om was, schoot het beestje nog verder weg. Wel meteen begon Lloyd zijn pas te versnellen. "Wacht!" riep hij achter het wezen aan. "I-Ik ben der kwijt! Ik ben mijn Amber kwijt! Wacht alsjeblieft!" hij zette het op een lopen, rennen. Hopende dat hij de Pokémon bij kon houden. Misschien wist hij meer. Misschien kon hij hem helpen. Dat moest gewoon... Alsjeblieft.
Zorua blijft je net een eindje voor. Misschien leidt hij je ergens heen- maar als je de hoek om komt zie je Amber levenloos in een plas bloed liggen. Een vervormd wezen, muil rood van het geronnen bloed dat gestaag op de grond drupt, en puntige tanden zo dik als je duim. Hij staat op twee poten, half voorover gebogen over Ambers lichaampje met ogen die schitterend als robijnen. Zijn gelach is schril, vervormd en weerzinwekkend. “Te laat, mens.” Geen geluid op aarde komt overeen met de verminkte klanken die het wezen uitstoot.
In een halve milliseconde leek de wereld even stil te staan. Het beeld dat hij voor zijn ogen kreeg was pure horror en liet zijn maag even keren. Hij werd er gewoon misselijk van om dit beeld op zijn netvlies te hebben, te houden. Een hand schoot omhoog en bedekte zijn mond even in een poging zijn lunch binnen te houden. Maar het hielp niet. HIj zette een pas opzij, waarna alles eruit kwam. Het brandende gevoel in zijn keel, was iets dat een weg vond naar zijn lippen. De nare zure nasmaak die volgde toen hij stabiliteit moest vinden bij een half vervallen muur, liet zijn hoofd tollen. De stem die te horen was klonk schril en fel en gaf hem een beangstigend gevoel. Hij had een slokje water nodig, hij moest neerzitten. Hij werd niet goed.... Hij... Zijn ogen gingen langzaam terug op naar de figuur, een wezen die hij nog nooit had gezien. Zelf niet in zijn nachtmerries zou dit soort taferelen niet voorkomen. Maar het aanzicht van de hoeveelheid bloed en het verminkte lichaam van zijn geliefde Pokémon... Een zacht geluid kwam uit zijn mond, waarna zijn benen begonnen te beven, zijn hele lijf begon te beven. Hij verloor stabiliteit en zakte ineen, waarbij hij even een verontwaard geluid liet horen. De angst die hem bekroop hield hem ter plekke en hij bleef zitten waar hij zat. Met grote ogen bleef hij kijken naar het monster, het ding... Zijn gezicht wit weg trekkende in het proces. Er kwam geen woord uit zijn mond, geen beweging in zijn lichaam. Deer in headlights, hij kon geen kant op.
Je angst lijkt het monster alleen maar sterker te maken. Hij begint te groeien, langzaam groter te worden terwijl zijn lach door de gangen heen schalt. Zijn klauw boort zich dieper in Amber's lichaampje. Langzaam doet hij een schokkende pas naar voren .. en nog eentje ..
Zijn hele maag keerde. Dikke tranen sprongen hem in de ogen, maar zijn focus bleef op het wezen. Hij knipperde vluchtig, waarbij zijn aandacht niet van het monster afkwamen. Hij kon niks doen. Dit was het einde. Dit was hoe hij tot een einde kwam. Amber... Zijn kleine Amber. Hij hapte even naar adem, maar voelde de walm van eerder over hem heen trekken. Het was alsof hij weer over zijn nek zou gaan en dat was vreselijk. Het zompige geluid van het lichaam dat nogmaals werd doorspitst zorgde ervoor dat hij even zijn ogen afsloeg. Bevende bleef hij zitten op de grond, de lach galmende door de gangen. Zijn hele lichaam bevende bij wat hij zag. Hij moest hier weg wilde hij nog leven. Hij moest iets doen. Maar... Wat kon hij doen? Er was helemaal niks dat- De beweging van het wezen liet een angstig geluid van de jongen komen, die meteen wat naar achter begon te bewegen. Waar hij dacht niet terug op zijn voeten te kunnen staan, stond hij plots overeind. Hij zakte even door zijn benen, maar schoot toen overeind. Met snelle passen probeerde hij weg te komen, maar hij was zo van slag, zo... Angstig, dat hij weer ineen zakte. Hij hapte even naar adem en legde dan ook zijn handen over zijn hoofd. "Sorry... Sorry... Sorry," mompelde de man zachtjes. "Alsjeblieft... Sorry..."
Een zacht neusje duwt bezorgt tegen je hand aan. Met zachte geluidjes probeert Amber je uit je verdoving te halen, zachte likjes over de rug van je hand en tenslotte over je wangen als ze je probeert gerust te stellen.
Onbewust was het, maar tranen kwamen. Hij snikte dan ook zachtjes terwijl hij handen over zijn hoofd hield. Hij was zo... Zo bang. De laatste keer dat hij dit soort angst had gevoeld was bij de Golurk... In kalos. Schokkend en bevend had hij op de grond gezeten toen, enkel in angst toekijkende hoe twee mannen voor het rest van hun leven verminkt werden. Nu leek het zijn beurt te zijn. En oh wat wilde hij zichzelf groot maken en iets doen. maar zo was hij niet. Hij was een angsthaas. Hij was bang. Hij was een pussy. Het zachte gemurmer van zijn plede bleef doorluiden. Hopeloos om het monster weg van hem te houden. Hij had zijn Pokémon niet kunnen beschermen, dus wat dacht hij te kunnen doen voor zichzelf? Wat dacht hij-
Een neusje tegen zijn hand liet hem geschrokken omvallen. Dikke tranen om zijn ogen, die groter werden. Hij snikte even en wond zijn armen om het beestje heen, waarna hij de Vulpix tegen hem aantrok. Amber piepte even zachtjes, haar likjes doorgevende aan hara trainer. Lloyd zijn gesnik werd enkel luider, waarbij hij voluit begon te janken. Luidop. De stress van de afgelopen minuten van zijn schouders vallende. "Am-Amber... Amber... Am... Amber..." zei hij met snikkende geluiden terwijl hij zijn hoofd meer tegen de cream gekleurde Pokémon legde. Haar likjes een actie om hem beter te laten voelen. Het hielp wel... Het hielp zeker.
En daar bleef hij dan ook nog even huilen, voordat hij langzaam zijn ogen opende. Zijn vingers streken even over de gekrulde bos van lichte haren heen, waarbij het vosje haar kopje tegen hem aanlegde en even zachtjes piepte. Hij glimlachte zachtjes, beverig en klemde haar steviger in zijn armen. Zijn blik langzaam opgaande naar waar hij het lichaam van haar eerder had gezien, waar hij het monster had gezien. Was dit een truc geweest... Zo ja... van wie?
Een zacht gegrom achter je trekt je aandacht. Een koude neus tikt tegen je arm aan en als je omkijkt, zie je Amber naast je staan. Maar, wacht. Als dát Amber is, wie of wát ligt er dan in je armen? De Alolan Vulpix in je armen huivert en begint te smelten..? Een tel later lig de shiny Hisuian Zorua in je armen, die een likje over je wang geeft en daarna met een zacht gegiechel op je schouder springt. Wat is hier allemaal aan de hand? Van de grote schaduw is geen spoor meer te zien, maar of dat goed is?