text goes here and it continues for a little while but not for too long
Reizen ging zoveel sneller sinds Prim geëvolueerd was. Het was eventjes oefenen, maar toen ze het eenmaal onder de knie had, kon ze op de rug van haar Arcanine reizen. Met haar nieuwe Gible ook aan haar riem hangend in zijn Pokéball, wist ze dat ze klaar was voor de eerste gym. Ze wilde het gewoon proberen. Ze wilde sterker worden en dat kon alleen als trainer als je voor de badges ging. Dat was dan ook het volgende doel. Ze wist dat Prim kortemette kon maken met de motten van de gym van Eterna, maar Basil en Chili zouden het er wat lastiger mee hebben. Ze had dan ook besloten om verder te reizen, door Mt. Coronet naar Celestic Town. Hoe moeilijk kon het zijn?
Nou, heel moeilijk blijkbaar toen ze een man in de verte zag. Een man die ze uit duizenden herkende. Die arrogante Seedot die ze had ontmoet bij Lake Verity. Precies haar geluk. Haar Arcanine voelde haar afkeer en begon meteen een zacht gegrom uit te stoten.
Spencer liep zoals gewoonlijk met een stomende beker koffie in zijn hand. Zijn tante had hem vaak terechtgewezen voor zijn cafeïneverslaving, waarop Spencer haar er tactvol op had gewezen dat het erger had gekund en hij 2 pakjes sigaretten per dag had kunnen wegwerken. Hij was zuchtend opgestaan van een bankje terwijl hij in de richting van het pokécenter liep. Hij was gedwongen daar een dag stage te lopen als onderdeel van zijn opleiding. Daar had hij flink de pest in. Maar waar hij nog meer de pest in had, was het langharige blonde meisje dat zijn kant op kwam met de glimmende Arcanine aan haar zijde. Als er één persoon was geweest die hij nooit meer tegen het lijf had willen lopen, was zij het wel. Oh, hoe hij haar die Arcanine misgunde. “Hey,” zei hij met een oogverblindende glimlach alsof ze nooit elkaar hadden lopen uitschelden naast Lake Verity.
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Wantrouwen, dat was wat ze voelde terwijl ze de Seedot tegenover haar aankeek. Als ze één iemand in Lake Verity had willen duwen, dan was hij het wel. Maar hier stond hij, met een stralende glimlach haar aankijkend. Vertrouwde ze dit? Totaal niet. Not at all. Misschien was hij wel bang dat Prim een ember in zijn gezicht uit zou blazen. En eerlijk? Very fair. Ze trok haar wenkbrauw kort op terwijl ze hem aankeek. "Hey," groette ze terug. "Ik had niet verwacht om jou hier tegen te komen." Anders was ze wel via Hearthome gereisd immers.
Spencer was meer dan verbaasd om te merken dat het meisje hem redelijk normaal aansprak. Als de rollen andersom waren geweest was hij niet zo vergevingsgezind geweest. Tja, daar zag je maar weer wat voor een ‘goed’ persoon ze was. Het maakte hem kotsmisselijk. “Nee, ik jou ook niet!” Vervolgde hij op de gewoonlijke vrolijke toon. Nu dat hij goed had geslapen, een beker koffie had en er geen shiny Growlithe (wat dat stomme wicht niet verdiende te hebben) over zijn kostbare researchpapers had lopen stampen, was hij veel meer in zijn element. Hij nam een grote slok en maakte een tevreden geluidje. Arceus, koffie was warempel écht het elixer des levens.
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Iew, kots, waarom deed hij nu zo nep vriendelijk dan? Misschien moest ze nog een keer over zijn research papers heen stampen, maar dit keer met een Arcanine. Dat was wel grappig geweest. Maar nee, ze zou de eer aan zichzelf houden. Ze zou hem gewoon achter laten zonder dat ze ooit nog wat met hem te maken hoefde te hebben. Dat was veel beter dan weer ruzie gaan lopen trappen. "Nou, nog een fijne dag dan," merkte ze op, waarna ze haar Arcanine weer aanspoorde. "Kom Prim," weg bij deze smerige gladjakker. De Arcanine richtte nog een felle blik op de jongeman voordat ze weer door begon te lopen.
Het meisje leek weinig met hem op te hebben, maakte een beleefde tot ziens en liep door. Spencer keek haar geamuseerd naar met een boosaardige twinkeling in zijn ogen. Hij nam nog een slok van zijn koffie en riep haar na: “Hee, waar ga je heen?” riep hij haar quasi teleurgesteld na. “Ik weet je naam nog niet eens! Oh en- gefeliciteerd met die Arcanine van je.” Alsof het hem wat kon schelen dat hij geëvolueerd was. Hij wilde er ook eentje, arceusverdomme.
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Hij bleef een beetje prikken, als een irritante Joltik die onder je jas zat. Rosy keek over haar schouder. "Gym Battle in Celestic," merkte ze fijntjes op. Hij mocht best weten dat zij en haar team flink getrained hadden en klaar waren voor zo'n uitdaging. "En dank je. Rosy is de naam. Jij al een Growlithe gevangen?" vroeg ze met de meest onschuldige glimlach erachteraan. Ze wist dat daar de zere plek lag. Eerst had ze zich geïntimideerd gevoeld door de kerel, maar om eerlijk te zijn, het was gewoon een sneu, jaloers geval.
Ah, een gym battle. Een weg die de meest culturele individuen van de regio ondernamen. Spencer had niets op met battles en vond het een royale tijdsverspilling. Hij maakte een mentale notitie ervan dat haar naam Rosy was, wederom hem verbazend dat ze dat zonder aarzeling aan hem vertelde. Zijn glimlach werd alleen maar breder toen ze een opmerking maakte. Van binnen ging hij dood. “Nee.. nog niet ..” Zei hij fijntjes. Zou ze het vertellen waar ze die Arcanine vandaan had als hij dat vroeg? Waarschijnlijk niet. “Aangenaam, Rosy,” al net zo’n zoetsappige naam dat perfect bij zo’n smoel paste. “Spencer is mijn naam. Weet je wel zeker dat je er klaar voor bent? Voor de gym, bedoel ik?”
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Ze hoorde de aarzeling in zijn stem. Ze wist dat dit hem zeer deed, dat dit precies was waar ze hem wilde raken. Maar ze bleef onschuldig glimlachen. Alsof ze geen flauw benul had over wat ze zojuist gezegd had. "Niet? Oh, balen," merkte ze onschuldig op. Ze sloeg haar been over Prim heen en ging in amazone zit zitten zodat ze hem wat beter aan kon kijken. Spencer heette het geval, paste perfect bij hem. Net zo'n saaie, druilerige naam zoals hij eruit zag. "Mwah, ik denk dat ik er wel tegenaan kan." En als ze dat niet dacht, ging ze dat absoluut niet aan de neus van deze seedot hangen. Munitie zou ze hem niet geven. Voor geen goud.
Ja, idd, dat was nog eens flink balen. Spencer wist dat ze er geen woord van meende, net als dat hij van zijn gesprek geen woord meende. Twee personen die een oogenschijnlijk onschuldig gesprekje voerde op de straat. Zij op een Arcanine en hij.. om het zichzelf gemakkelijker te maken, plofte hij op een naburig bankje neer. “Ach, ik vind er wel eentje uiteindelijk!” Zei hij opgewekt en helemaal niet zeker daar van. “Ja? Maar weet je het ook zeker zeker? Heb je goed getrained? Wat nou als je verliest? Oh.. dat zou toch een afgang zijn. Je eerste gym battle en dan verliezen. Dat wens ik mijn ergste vijand nog niet toe.” Dat wenste hij haar absoluut toe.
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Toen ze de opmerking uitdeelde over de Arcanine, wist ze dat ze hem ook terug kon verwachten. De arrogante kwal bleef immers uitgebreid doorgaan over haar eerste gym gevecht. Dat het een ontzettende afgang zou zijn als ze deze verloor. Rosy vernauwde haar ogen iets. Oh wat zou hij dat erg voor haar vinden, zo verschrikkelijk. Zou hij wel mooi vinden, verwachtte ze. Ze toverde echter weer de zoete glimlach op haar gezicht. "Wat ontzettend lief dat je je daar zorgen over maakt. Ik wil het je anders wel laten zien hoor. Ik beloof dat ik Prim dan niet zo gebruiken in ons gevecht," voegde ze er zoetjes aan toe. Tenzij die kerel een nieuwe Pokémon had gevangen, had hij enkel die hagedis. En haar nieuwe aanwinst wist daar maar al te goed raad mee. Maar goed.. Deze man had alleen Basil en Prim gezien.
Spencer probeerde haar blik te peilen maar ze liet niets doorschemeren. Op zijn beurt hield hij zijn vrolijke gezicht in bedwang. Hij had zijn ogen voor een tel gesloten en breed gelachen naar haar, maar toen ze voorstelde om een gevecht te houden, zwakte zijn lach af naar een pijnlijke glimlach en opende hij langzaam zijn ogen. Een pokémon gevecht? Met zijn waardeloze Salandit? Ze mocht dan wel zeggen dat ze haar Arcanine niet ging gebruiken maar Joost mocht weten wat voor ander spul ze in haar arsenaal had. Dit was een gym trainer. Iemand die létterlijk van pokémon gevechten haar vak maakte. Maar zijn trots stond hem niet toe om dat te weigeren. “Wat een goed idee!” Straalde hij, nu oprecht dood van binnen. “Je mag je Arcanine heus wel gebruiken hoor maar..-” nee, nee, alsjeblieft niet. “- Maar afin, prima! Zullen we het hier doen? Midden op straat?” Hij veerde op van zijn bankje, smeet zijn koffie in één teug achterover, verbrande zijn keel, griste in zijn zak naar Sal’s pokébal en liet die voor hem verschijnen. “Showtime, man,” zei hij met een oogverblindende glimlach tegen zijn Salandit. Die keek een beetje groen..
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Ze had een Cloystersmoes verwacht. Verwacht dat hij gewoon nee zou zeggen en een rot opmerking zou maken. Maar, met een krampachtige glimlach stemde de jongen ook nog in. Rosy trok haar wenkbrauwen op, voor een moment onzeker, terwijl ze zich van Prim af liet zakken. Had hij een strategie? Had hij stiekem een Haxorus in een Pokéball zitten terwijl hij met zo'n slome Salandit liep? Nee toch? Ze probeerde zijn blik te peilen terwijl ze haar hand op de warme flank van Prim legde. Nee, dat kon niet. Hij zou niet zoiets moeten hebben. "Midden op straat is prima, er is hier zat ruimte," gaf ze kalmpjes aan. En ze verwachtte, hoopte, niet dat het lang zou duren. Ze zou sterven van schaamte als ze van hém zou verliezen. Bah. "Je gebruikt je Salandit zie ik?" vroeg ze kalmpjes, terwijl ze een Pokéball van haar riem losklikte en deze opwierp. Al trappelend van plezier sprong haar Gible, Chili, op en neer op te straat, klappend met zijn grote kaken. Hij had er zin in. "Laten we dan maar van start gaan," ze wees met haar vinger naar de Salandit, "Sand Tomb Gible!" Eerst maar eventjes gevangen zetten in het zand.
Rosy peilde de situatie en klikte tenslotte op haar dooie gemakje een pokébal los van haar riem. Spencer keek er naar met verborgen nervositeit. Er kon van alles uitkomen. Écht van alles en als de Goden hem goed gestemd waren, kreeg hij iets waar hij nog een beetje een kans tegen maakte. Ze wierp de bal om en wat er vervolgens materialiseerde, veegde de grijns onmiddellijk van Spencer’s gezicht. Hij trok wit weg en staarde vol afschuw naar de enthousiaste Gible die erg veel zin in het gevecht scheen te hebben. Voor Spencer bracht dat herinneringen terug. Herinneringen die hij ver had weggestopt en had geprobeerd te vergeten. Niet ver genoeg weggestopt blijkbaar want hij dacht terug aan die zomer dat hij zijn Gible was kwijtgeraakt. Die afschuwelijke middag.. Het was inmiddels bijna 8 jaar geleden maar hij zag het voor zich alsof het gister was. Hoorde de laatste noodkreet van zijn Gible voordat die zijn laatste adem uit had gestoten. Hij was zo geconsumeerd door die vreselijke herinnering dat hij niet op tijd reageerde en zijn Salandit de volle laag kreeg. Een wervelwind van zand kolkte om hem heen en slokte hem helemaal op. Hij hoorde de Salandit pijnlijke kreten slaan terwijl hij letterlijk gezandstraald werd maar Spencer stond er als versuft bij. Wit weggetrokken alsof hij zojuist een geest had gezien.
text goes here and it continues for a little while but not for too long
Chili had er verschrikkelijk veel zin in. Hij wilde waarschijnlijk zijn energie nog eventjes fatsoenlijk kwijt kunnen. Rosy kon het hier enkel maar mee eens zijn. De Salandit kon niet wegkomen en zakte weg in het zand. Rosy ging geen genade tonen tegenover deze absolute Seedot. "Nu Bulldoze!" De Salandit kon nergens meer heen. Chili zette zich af en liet met een flinke sprong de aarde trillen, een schokgolf recht op de Salandit afsturende. Ondertussen viel haar het lijkbleke gezicht op van Spencer, wie eruit zag alsof hij per direct kon gaan flauwvallen. Beter was dit geen smerige manier om te winnen. Maar haar empathie won het alsnog. "Hey.. gaat het wel?" riep ze de jongen toe.
Toen de grond onder zijn voeten zacht begon te trillen, kwam Spencer weer een beetje bij zijn positieven. Het was alsof hij in een soort trance had gezeten. Geschokt keek hij naar Sal die zo te zien de volle laag kreeg van de bulldoze aanval en met een zachte plof op de grond viel. Spencer keek wat onthutst naar het tafereel en schrok een beetje toen Rosy hem iets vroeg, alsof hij vergeten was dat zij er ook was. Hij voelde het vuur in zijn ogen opvlammen maar kon nog net op het nippertje een bijtende reponse onderdrukken, tot de conclusie gekomen dat alles aan dit hele gevecht een oliedom idee was geweest. Spencer stak zijn handen diep in zijn zakken zodat Rosy niet kon zien dat ze tot vuisten waren gebald. Hij vond het niet bepaald prettig dat ze hem zo had gezien maar winnen zat er toch niet meer in, al kon dat feitje hem geen barst schelen. Toch voelde hij een soort.. onprettig onderbuikgevoel toen hij Sal daar zo zag liggen. Schuldgevoel? Nee toch? Hij haatte zijn Salandit immers. Of..? “Het gaat prima,” Zei hij op een toon die liet weten dat het absoluut niet prima met hem ging. “Sal.. probeer hem te raken met je ember,” bromde hij lusteloos. Sal die reageerde niet. Spencer maakte een schamper geluid en grimaste. Tja, dat had hij aan zichzelf te danken..
text goes here and it continues for a little while but not for too long
De Bulldoze aanval had gigantisch goed effect gehad. De Salandit knalde op de grond neer door het geweld en had geen enkel weerwoord voor de aanval. Maar Rosy deed geen overwinningsdans op het moment. Haar blik was puur gericht op de Seedot tegenover haar. Dit leek haar niet puur verlies, dit zat dieper. De jongen zag eruit alsof hij van z'n graatje kon gaan. Voor nog iets langer twijfelde toen de jongen reageerde. "Het ziet er niet naar uit alsof je Salandit nog bereid is om verder te vechten," merkte ze op, waarna ze haar hand ophield tegenover haar Gible. Die stond immers al klaar voor de volgende Bulldoze. Daar ging Rosy niet voor instaan. De Salandit moest verslagen, niet dood.
Spencer moest zijn uiterste best doen om zijn gezicht een beetje in de plooi te krijgen wat niet gemakkelijk was met een ronddansende Gible voor zijn neus. Het was uiteindelijk Rosy die de stilte verbrak en besloot een einde aan het gevecht te breien. Hij schopte kwaad tegen een kiezel en beende met grote passen naar zijn Salandit. Maar toen hij hem eenmaal van de grond tilde, deed hij dat met een voorzichtigheid wat hij niet van zichzelf gewend was. Hij bekeek de slappe salamander die er triest bij hing, zijn kleine ronde kraaloogjes opende en Spencer met een mengeling van afkeer en woede aanstaarde. Spencer hield hem tegen zich aan en wierp nog één blik op het blondharige meisje. “We doen wel een keer een rematch ofzo,” bromde hij nors, zijn ogen voor een laatste maal afscheurend van de Gible. “‘k kan hem beter naar een pokémon center brengen..” Spencer keerde Rosy en haar pokémon de rug toe en maakte aanstalte om weg te lopen. Verbittering gierde door hem heen als nooit tevoren. Verbittering, schaamde en verdriet. Hij zou het haar wel een andere keer betaald zetten. Stom mens met haar shiny Arcanine en haar Gible. Echt, van álle pokémon die ze kon hebben had ze natuurlijk zo eentje. O, wat moest het lot hem haten.
text goes here and it continues for a little while but not for too long
De Salandit bleef er maar als een zielig hoopje bij liggen en Spencer zag eruit alsof hij er zo naast kon gaan liggen. Allebei zaten ze er maar een beetje triest bij. Rosy kreeg toch, ondanks haar walging voor de man tegenover haar, ergens toch een klein vlammetje van medelijden in haar hart. Ze snapte niet wat er gebeurd was, maar hij zag er diep ongelukkig uit. De man leek boos te zijn te hebben verloren, maar wat had hij verwacht? Zijn Salandit had niet eens een aanval uit kunnen voeren met hoe hij zich opgesteld was. Toch leek hij vreemd voorzichtig met zijn Pokémon. Misschien was hij niet zó slecht. "Prima," zei Rosy zachtjes terwijl de man zich omdraaide. Die rematch kon hij ooit wel een keer krijgen. Wanneer hij er klaar voor was. "En Spencer.. beterschap aan je Salandit," zei ze nog tegen zijn rug, niet verwachtend dat hij nog zou reageren.