Haar ogen vielen op een pokémon die uit de bosjes vandaan kwam, het pad overstak en daar een bes van een struik haalde. Okay. Dat was echt enorm schattig. De pokémon ging doodleuk door met haar eigen gangetje, amper door hebbend dat er mensen naar haar stonden te kijken. Ze had deze pokémon eerder gezien, het was een Bunneary. Een van de meiden in haar unit had er ook een als partner. Het was altijd al een leuke pokémon geweest. Nu ze een 'echte trainer' was in plaats van zomaar iemand met een pokémon, kriebelde haar handen toch behoorlijk. Was er een regel tegen hoeveel pokémon je mocht vangen hier? Terwijl ze druk aan het denken was over de mogelijkheden, raakte Mist's geduld op. De Alolan Vulpix was doodleuk naar de andere pokémon toegenomen. De twee snuffelde vrolijk aan elkaar, ze leken elkaars gezelschap totaal niet erg te vinden. Tijd om de knoop door te hakken. Ze zou toch proberen om deze pokémon te vangen. Als het bleek dat ze er nog niet klaar voor was kon ze altijd nog proberen om de pokémon aan iemand anders te geven of haar in een box te houden. Dat was misschien niet heel lief maar waarschijnlijk wel voor het beste in zo'n situatie.
Dus eh, hoe ving je een pokémon? Het was een ervaring die ze nog nooit eerder had gehad. Ze had dan ook geen idee hoe ze dit aan moest pakken. Een gevecht vooraf leek haar niet echt passend. Zowel Mist als de Bunneary leken klasse te hebben. Iets wat bij Cloud een beetje ontbrak, maar goed. Waarschijnlijk was het leuker als ze de pokémon wist te vangen zonder dat ze deze echt aan hoefde te vallen. Dan was nu de vraag hoe ze dat het beste aan kon pakken. Mist was haar toegewezen en Cloud was fan geweest van haar vaardigheden. Oh, misschien kon ze daar de pokémon wel mee overhalen! Dansen op deze schoenen en deze grond zat er echter niet in. Als ze dat zou proberen dan wist ze vrij zeker dat de Bunneary geen extra aandacht aan haar zouden besteden. Haar tweede optie was zingen. Haar zangstem was zeker niet slecht maar ook niet wat je stijl achterover zou laten slaan. Toch was het haar beste keuze op het moment. Tijd voor een show.
Blake begon met haar vingers te klikken om een ritme aan te geven en de aandacht van haar pokémon te trekken. "Looking at me, naw come get it. Like what you see then you got good vision. Boy this beat, hit so different. Let me show you what you been missing. If you love to party, then the parties in the place. Got the boom, got the bass, I'ma shake it in your face. Yeah I love to party, and I love to make it rain. Got the boom, got the bang, you can take that to the bank." Terwijl ze zong namen de twee pokémon naast haar hun plek in voor het volgende deel van het liedje. Ze kon haar voeten niet bewegen maar dat betekende niet dat ze haar bovenlijf stil zou houden tijdens het volgende deel. Niets was zo leuk als met je pokémon mee dansen. "Going dum deedumdumdum, deedumdumdum, deedumdumdum. Watch the drum go dum, deedumdumdum, deedumdumdum, deedumdumdum. Watch the drum go dum."
Zingen en dansen tegelijkertijd bleef vermoeiend, ze kon merken dat ze niet meer in top vorm was. Het was op het moment niet nodig om in top vorm te zijn maar toch kreeg ze wel de neiging om wat meer te gaan trainen. Ze vond het niets zichzelf niet makkelijk bij te kunnen houden. Maar goed. De pokémon leek nog steeds aandacht voor haar en haar pokémon te hebben. Blake haalde een lege pokéball tevoorschijn. Hoe werkte die dingen ook al weer? Na een seconde had ze het voor elkaar en legde ze de pokéball voor de pokémon. "Als je mee wil dan is dit je kans. Ik zou je graag bij mijn team hebben. Wat denk je er van?" vroeg ze de pokémon. Naast haar keken Mist en Cloud afwachtend toe wat de Bunneary zou kiezen.