Nu ze toch buiten zaten, kon ze Ruddles ook wel een frisse neus gunnen. Ze ritste de kleine tas die ze bij zich had open en haalde ze er een enkele Pokéball uit. De Pokéball sprong open en uiteraard verscheen Ruddles ten tonele in een regen van licht. De Raichu rekte zich eventjes kort uit, alsof hij aan moest geven dat hij veels-te-lang(!!) in die Pokéball had gezeten, maar daarna viel zijn blik al vrij snel op Naveen, waarna hij enthousiast begon te zwaaien. Die kende hij!
Lucie keek er glimlachend naar, waarna ze haar aandacht weer op Kylian richtte.
"Naveen heeft zich nog niet half dood in een grot laten vinden," merkte ze met een scheef grijnsje op, waarna ze semi-dreigend haar vinger tegen zijn borstkas prikte.
"Als ik dat wel ooit vind dan mocht je willen dat die Metagross de klus had afgemaakt." Haar toon had nog wel humor daarentegen, ze verwachtte niet dat hij zoiets zou doen met de Togepi.
Ze liet zich wegzakken in de jas die ze van hem ontvangen had. Ondanks dat de dunne stof van de jurk niet heel veel warmte vasthield, had ze het nu alsnog een stuk warmer. Ze sloot haar handen weer om de beker alcohol en liet de vloeistof door haar keel heen glijden. Bij zijn laatste opmerking verslikte ze zich echter en begon ze zacht te kuchen. De alcohol brandde haast in haar neus en ze snoof kort als reactie op zijn opmerking.
"Ik zat niet in die grot alsof ik zo in een Ghost Type zou veranderen, als Comet nou maar de genade had gehad om eerder te evolueren waren we er sowieso geweest,' verzuchtte ze, waarna ze haar armen eventjes over elkaar legde.
Maar haar blik ging al vrij snel weer enigszins wantrouwend zijn kant op toen hij begon over Am.
"Wat is er met Am?" vroeg ze, waarna ze haar blik op de Holocaster liet vallen.
Hot Roomie. Had hij dat zelf gedaan?
"Hoe kom je aan- Oh." Ah. Het besef zakte in toen ze de zin uitsprak. Am had hem natuurlijk al aangesproken, en vervolgens haar nummer in zijn telefoon gezet.
"Nu ben je erin getrapt he, nu kom je nooit meer van haar af," humde ze geamuseerd, waarna ze zich tegen de leuning van de bank liet zakken. Ruddles kroop al vlug op haar schoot en drukte zijn hoofdje onder haar kin voor aandacht. Rustig liet ze haar hand over zijn rug strelen.
"Am.. ken ik al zolang als ik me herinner eigenlijk, en zo lang zijn we ook al vrienden." Lucie leunde weer wat achterover en richtte haar blik op de sterrenlucht.
"Het.. werkt gewoon op de één of andere manier. Ze is een tijdje naar Alola geweest maar toen ze terug kwam toen Sinnoh weer open ging.. Het was alsof ze nooit weggeweest is." Een brede glimlach stond op haar gezicht terwijl ze vertelde. Am was gewoon.. Am.
"Maar je moet haar kennen en je moet af en toe een beetje lachen en zuchten om haar. Ze bedoelt het allemaal heel goed en gaat voor je door het vuur." Eigenlijk vroeg Lucie zich af wat iemand zoals Am met haar moest. Ze was immers maar... saai in vergelijking met het meisje. Snel geïntimideerd, niet zo zelfverzekerd, niet zo extravagant. Maar ze wisten dat ze altijd op elkaar aan konden en misschien was dat wel genoeg.