Crescent Moon - Rank 3
no items used
Hij was opgegroeid met Pokémon. HAd altijd de wezens aan zijn zijde gehad, maar nooit zijn eigen Pokémon gehad. Hij had altijd opgekeken naar zijn moeder, met haar Aggron en Metagross. Machtige wezens die met een vingerknip angst konden opwekken, maar ook zo lief konden zijn. Zelf een monster, zoals een Aggron, werd zacht in de juiste omstandigheden. Hij had gezien hoe de arm van zijn moeder compleet was vergaan dankzij Pokémon. En wat had ze hem gezegd daarop? Dat het haar fout was, niet die van de Pokémon. Dat was hem altijd blijven hangen. Als er iets fout liep, dan moest het wel van de mens afkomen. Want Pokémon waren vaak misdaan door het gedrag van mensen, deden dingen door mensen of moesten juist dingen doen door hen. Ze lokten het zelf uit. Myrddin had zich altijd standvast op dat geloof gezet, dat Pokémon aggresief reageerden door hun eigenaars en dat dat niet in hun aard lag. Maar dat was dankzij zijn omgeving. Inzicht hebbende op hoe een ander zich kon voelen, hoe de ander ermee omsprong, dat ging niet meteen binnen in zijn hoofd. Hij had natuurlijk wel een mentale notitie gemaakt van eerder dat de man geen Pokémon wilde hebben in zijn omgeving en dat was de reden geweest waarom hij Morrígan terug had laten keren eerder. Maar het leek erop dat deze keer hij het probleem was. Iets in zijn hoofd gaf aan dat het ook nooit goed zou zijn voor de ander, dus schrapte hij de eerdere notities die hij had gemaakt over hem. Waarom ook een beetje inzet brengen als je er toch niks voor terug kreeg? Hij kon het voor betere doeleinden gebruiken dan aan iemand zoals hem.
Hij had zijn dingen gezegd die hij nog wilde zeggen tegen de ander. Hij was niet van plan om nog dingen met de ander te delen. Daar was hij vrij zeker van. HIj vernauwde dan ook zijn ogen toen hij terug de focus op hem legde. Hij begon te praten. Het sarcasme droop van de ander zijn woorden af dat hij het bijna kon proeven. Wat een grap. Zelf in een situatie als deze nam de ander hem niet serieus. Had hij nooit gedaan en dus zou hij dat ook niet voor hem doen. Zijn woorden moest een of ander iets in hem losmaken, zoveel was duidelijk, maar Myr staarde hem gewoon aan alsof hij het allemaal al eens had gehoord, want op een manier was dat ook zo. Natuurlijk waren er mensen die niet graag Pokémon bij hun hadden, maar dan gaf je dat netjes aan en ging je niet als een edgelord dicteren wat men met hun Pokémon moest doen. Zo'n dingen zorgden ervoor dat hij boos werd. Wanneer iemand hem aangaf wat hij moest doen, wat wel gedaan moest worden, wat niet goed was. HIj deed waar hij zin in had, wanneer hij dat wilde. En als niemand daar onder leed dan zag hij het probleem niet. Had de ander gezegd dat hij leed onder de aanwezigheid van zijn Pokémon? Nee. Was de ander in complete shock en pijn gegaan door een minuut langer bij de Pokémon te zijn? Nee. Het klonk allemaal maar als praatjes om irritant te zijn, leugens om iets groters aan te houden waarvoor de man zijn mond niet wilde openen. En ondanks dat Myrddin niet veel anders was, zag hij zich als iemand die erboven stond. Hoe mis dat ook was, het was iets dat hem gaande zou houden. Iets dat hem gaande hield.
De man sprak verder met sterk sarcasme, alsof hem dat iets zou doen. De foto zou hij inderdaad verwijderd hebben, want dat kwam op iets anders neer. Maar als je niet aangaf wat je wilde, als je niet klaar en duidelijk was, dan wat verwachtte je van hem? De ander was zo butthurt over alles geweest de eerste keer dat ze elkaar zagen. Van een bloemenkroon tot een levende katoenbal die hooguit misschien even op je hoofd ging zitten. Het was alsof alles in de wereld voor hem zwart zag en negatief was. Myr haatte die mentaliteit, want hij betrapte zichzelf erin. En als er iemand was die Myrddin het meeste haatte in deze wereld, dan was het zichzelf. Hij keek zichzelf vaak niet aan in de spiegel. Als hij zijn haren deed ging dat via een dubbel spiegel systeem zodat hij de achterkant van zijn hoofd kon zien en zo kon werken aan zijn dikke bos blonde lokken. Hij zag niet graag de wallen onder zijn ogen, zijn blik, zijn gezicht. Het waren dingen die allemaal samenliepen naar een iets; hem. En alles wat hij verkeerd had gedaan. Hij maalde er elke dag over, ookal waren details vaag, maar ze waren er wel. De ander spotte met hem, nam het aan als een of andere grap met de manier waarmee hij praatte. Myr vernauwde zijn ogen dan ook wat. Wat een sukkel.
Toen de ander zich naar hem toe draaide stak Myr meteen een arm op in een beschermende houding, de beginstand die je aannam bij het boksen. Hij knipperde enkele keren, bekeek de ander even en luisterde naar wat hij zei. Maar hij bracht de arm niet naar beneden. De woorden van de ander waren niet de waarheid, maar de woorden die hij eerder sprak zag hij ook niet aan als dat. HIj liet zijn ogen even naar de ander zijn voeten gaan, het leek er niet op dat hij klaar was om daar een klap te ontvangen. En zolang hij focus kon houden op bovenlichaam zou balans geen probleem moeten zijn. Met deze zekerheid, dat hij de ander met een simpele stamp naar de grond kon werken als hij uitweek, liet hij zijn arm wat zakken. Hij liet zijn ogen terug naar de ander gaan en keek hem star aan. De laatste woorden die hij praatte, waren een vraag. Maar Myr gaf geen antwoord en bleef de ander aankijken. Nee, dit was niet goed. Maar de ander wilde niks anders dan irritant doen. Hij zat schijnbaar vast met iemand die graag een masker ophield, iemand die graag deed alsof, of niet? HIj kantelde dan ook zijn hoofd wat en schudde zijn hoofd bij het besef. Met het feit dat het vertrouwen in de ander al zo goed als zero was, ging die nu in het negatieve. Hij loog wel eens, maar dit was een heel ander niveau. Het was dat hij moe was, anders zou hij waarschijnlijk wel aangevallen hebben of iets gedaan in die trant. De Meowstic zou hem toch stoppen.
De lichten in de lift gingen terug aan, waardoor Myrddin meteen zijn focus op het bedieningspaneel legde. Hij hoopte maar dat het nog even zou duren voordat ze hier eindelijk uit konden komen. Zijn ogen gingen naar de deuren van de lift, geen beweging of geluiden meer. Dus schoot zijn blik meteen terug naar Casimir. Hij stak de holo caster weg en stak zijn handen wat op. 'Lafaard' was het enigste dat hij naar hem gebaarde voordat hij zijn armen over elkaar sloeg en tegen de muur achter zich ging leunen. Hij was degene geweest die conversatie was gestart om zijn problemen en zijn Pokémon had aanleiding ertoe gegeven. De ander had alleen in een hoekje gezeten, had vast willen huilen. En dat had hij ook willen doen, heel vaak. Maar soms waren er dingen in het leven waar je moest bij doorbijten. Het besef dat hij een waar trauma bij de ander had aangebracht, bestond er niet, want veel van hoe hij de ander had aangevallen wist hij niet meer. HIj had het filmpje ook niet bekeken. Negeerde het taktisch. Hij wilde zijn eigen fouten niet in de ogen kijken, aangezien hij niet wist wat hij dan zou doen.