Time runs faster than we pictured it - ma maa 07, 2022 3:44 pm
Alain Bijoux
Trainer
Karakterkaart Gender: Male ♂ Age: 22 Rank: 4
CHARACTER INFO OOC INFO | “ Met een zucht stopte hij de Holo Caster terug in zijn zak, om vervolgens weer op werk te focussen. Het gebeurde vaker dat hij perongeluk te lang door werkte, gewoon omdat het druk was en hij niet op de tijd lette. Als Cas echter binnen kwam wandelen, was hij er zeker van dat hij gewoon af kon ronden en zijn gedag kon zeggen tegen de rest. In het ergste geval zou hij wel een cocktail voor Cas schenken als het iets langer duurde. Het was door de drukte dat Alain het zicht op de tijd verloor. Pas toen zijn schouder werd aangetikt en een collega hem met een geamuseerde grijns aankeek om te vragen of het geen tijd was voor zijn date, keek hij geschrokken op zijn Holo Caster. De tijd las 19:35 en zijn berichten naar Cas waren ongelezen. Shit. Had Cas niet op zijn Holo Caster gekeken? Zonder zijn bericht na te lezen tikte Alain een snel excuus, zodat hij zich klaar kon gaan maken. Na gedag te zeggen tegen de tafel die er al uren zat, dook hij het personeelshok in om zich om te kleden. Hij haalde zijn vingers een paar keer door zijn haar, controleerde twee keer of hij echt alles wel bij had en stak zijn autosleutels terug in zijn broekzak. Het was maar goed dat hij er al vanuit was gegaan dat het iets zou uitlopen. Omdat ze pas na achten ergens zouden gaan eten, was het niet nodig geweest een reservering te maken. De drukte was al voorbij en op een doordeweekse dag was het niet lastig een plekje te vinden. Met zijn Holo Caster in hand wandelde Alain naar buiten. Tweekleurige ogen focusten zich op de plek waar hij Cas verwachtte, maar… die was leeg? Dat was vreemd. Wat verloren keek hij om zich heen, waarna hij toch weer zijn Holo Caster opende. De berichten waren niet gelezen. Oh. De berichten waren niet aangekomen. Misschien was zijn Holo Caster leeg? Cas was niet veel met het ding bezig, dus het zou hem niet verbazen als de ander simpelweg was vergeten hem op te laden en iets was gaan doen tijdens het wachten. Alain besloot daarom om tegen het muurtje te leunen waar hij Cas had verwacht, terwijl hij even door zijn eigen tijdlijn begon te scrollen. Misschien was het de verbinding. Alain haalde even diep adem, voor hij het besloot voor een andere boeg te gooien. Na twee keer direct naar de voicemail te zijn gestuurd, merkte Alain hoe hij langzaam misselijk begon te worden. Het was niets voor Cas om… Nee, ze waren eigenlijk altijd op tijd, toch? Als er wat was, zouden ze het elkaar laten horen. Als zijn Holo Caster leeg was geweest en hij was er al bijna— dan zou hij er nu wel moeten zijn, toch? Dat bericht was al een half uur geleden. Misschien— Nee. Nog altijd niets. Het gevoel in zijn borst werd heviger en zijn nagels zetten zich in de palm van zijn hand, terwijl hij zijn Holo Caster in zijn zak stak. Met een zwaar hart stapte hij terug de bar in om na te gaan of Cas daar misschien naar binnen was gegaan en ze elkaar gemist hadden, maar ook daar had niemand de jongen gehoord. Er werd geprobeerd om hem gerust te stellen, maar de woorden gingen langs hem heen. Het was niet— Dit hoorde niet. Er moest iets gebeurd zijn. ‘Heb je het gehoord? Er is iemand aangevallen.’ Voor een moment leek de wereld stil te vallen, tweekleurige ogen gericht op de twee meisjes die over het voorval spraken alsof ze het hadden over een televisieserie. ‘Schijnbaar was het de Team Zekrom Exec. De politie is achter hem aan maar—’ “ Luider dan verwacht klonk zijn eigen stem door de bar, waardoor de twee meisjes even verward zijn kant op keken. De één keek de ander even aan, voor het meisje haar hoofd schudde en zei, ‘Geen idee. Volgens mij is hij naar het ziekenhuis gebracht?’ Dit kon niet, toch? De woorden die er verder gesproken waren, gingen compleet aan hem voorbij. Het— Het kon niet zo zijn dat het weer Cas was die werd aangevallen, toch? Zo’n spel zouden zelfs de Goden niet met hen spelen. En toch stapte hij de bar uit om richting het ziekenhuis te lopen. In de hoop dat het allemaal een misverstand was, pakte hij de Holo Caster er toch weer bij. Niet geleverd. Met de Holo Caster in hand stapte Alain door de straten. Was hij echt op weg naar het ziekenhuis? Hij wilde er niet heen. Hij wilde niet geloven dat Cas daar weer zou liggen, dit keer door iemand die zoveel meer schade aan kon richten dan My— Wat als hij hier niet uit zou komen? Zonder erover na te denken belde Alain nog een keer naar het nummer, maar zoals de vorige keren ging het direct door naar de voicemail. Tranen schoten in zijn ogen en vol ongeloof begon hij zijn hoofd te schudden. Nee, nee… Cas zou oké zijn. Hij moest oké zijn. Ze hadden nog zoveel samen gepland en— Alles was— Alain stapte een straat op waar verschillende agenten nog bezig waren. Het was duidelijk dat dit was waar het was gebeurd en waar het niet zijn bedoeling was geweest om daar voorbij te gaan, eigenlijk onderweg naar het ziekenhuis, kwam hij toch tot stilstand. Tweekleurige ogen gericht op de straat waar duidelijk een gevecht gaande was geweest. Verschillende straatstenen waren overhoop gegooid, er lag een kapotte Holo C- Dat was die van Cas. “ Tranen liepen over zijn wangen en zijn hand had hij voor zijn mond geslagen. Tweekleurige ogen staarden vol ongeloof naar de Holo Caster die gebroken was. Hij ving vaag woorden op vanuit zijn omgeving. Een naam, Pokémon… Ziekenhuis— Was dat bloed? Een luide sob klonk en Alain had niet door dat iemand hem had opgemerkt tot een voorzichtige hand op zijn schouder werd geplaatst. De tranen die hij tegen probeerde te houden bleven maar komen en toen hij zijn mond opende om een vraag te stellen, kwam er niets zinnigs uit. Toch leek ze op te vangen dat hij degene moest kennen die hier was aangevallen en begon ze al snel geruststellende woorden tegen hem te spreken. Niets ervan kwam binnen en hij had geen idee wat ze hem vertelde. Maar, door haar rustige toon liet hij zich door haar begeleiden. Zij pakte de Holo Caster, of wat ervan over was, en al snel werd Alain in de politiewagen gezet met de Holo Caster in handen. Enkele vragen werden hem gesteld en sommigen moesten meermaals worden herhaald voor ze tot hem doordrongen, maar hij deed zijn best ze te beantwoorden. Nare herinneringen van zijn eigen bezoek en de momenten na de supermarkt speelden zich in zijn achterhoofd af toen ze het ziekenhuis binnen stapten. Hij hoorde vage delen van gesprekken die hij buiten had opgevangen en zonder dat hij het zelf doorhad, sloeg de paniek toe. Zijn ademhaling versnelde, zijn hart begon luider en sneller te kloppen en hij begon zijn hoofd heen en weer te schudden. Het kon niet waar zijn. Niet weer. Ze waren gelukkig en alles ging de goede kant op en— hij kon niet— Cas kon niet— De wereld begon om hem heen te draaien en— Opnieuw legde de agente een hand op zijn schouder. Hij bleef zijn hoofd schudden alsof dat de situatie weg zou drukken, alsof die blik in haar ogen dan niet waar zou zijn. Het medelijden bevestigde dat het Cas was. Ze praatte, maar de woorden wilden maar niet tot hem door dringen terwijl hij woorden mondde die ze niet begreep. Hij wilde niet— Hij wilde hem gewoon zien en horen dat alles in orde was en hem mee naar huis nemen en— Hij mocht er niet heen. “ Dat moest een fout zijn. De woorden die ze sprak leken op de achtergrond te klinken, maar enkele woorden drongen door de waas in zijn hoofd. Het was inderdaad Cas. Hij was er niet goed aan toe. Het woord levensgevaar stak eruit en een nieuwe sob kwam uit zijn mond, maar al gauw werd hem benadrukt dat hij niet in levensgevaar was. Wel was de jongen er slecht aan toe en waren de dokters nog druk met hem bezig. Ze zouden hem roepen als hij er eenmaal bij mocht, maar voor nu moest hij afwachten. Hij deed zijn best om de woorden te horen die ze verder sprak. Over welke verwondingen er waren geconstateerd, wat er was gebeurd… Maar woorden liepen in elkaar over, betekenissen ontgingen hem en de waas in zijn hoofd leek extremer te worden met elke traan die langs zijn wang naar beneden viel. Hij realiseerde zich niet eens dat ze gestopt was met praten en hem op een bankje zette tot er een beker water in zijn handen werd gedrukt. Was er iemand die hij kon bellen? Alain schudde zijn hoofd. Zelfs al waren er mensen die hier met hem hadden kunnen wachten, mensen zoals Vi en Rey, drong dit niet tot hem door. Degene die hij nodig had lag in dat ziekenhuisbed en hij zou hier voor Cas moeten zijn, hij was niet degene die de hulp van een ander nodig had. Maar hij was niet eens sterk genoeg daarvoor. Hij was niet sterk genoeg om alleen door te gaan en hij had hem nodig. Dat de agente niet was gebleven drong niet tot hem door. Sterker nog, op dat moment had hij niet eens door dat ze er ooit geweest was. Met zijn voeten op de stoel en zijn armen om zijn knieën heen geslagen staarde hij afwezig naar de afgrijselijke witte kleur die hier overal om je heen hing. Als iemand hem ooit zou vragen wat zijn minst favoriete kleur was, dan zou het altijd wit zijn. Het koude, kale wit wat hem herinnerde aan plekken als deze. Er was hem meerdere keren geadviseerd naar huis te gaan, maar Alain bleef op zijn plek zitten. De nacht was lang gevallen en het ziekenhuis was nagenoeg leeg toen een dokter hem eindelijk vertelde dat hij de kamer in mocht. De woorden die verder gesproken werden vielen op dovemansoren en met rood omrande ogen liep Alain achter de dokter aan, waar de kamerdeur eindelijk werd geopend. Alain hapte naar adem bij het zien van de jongen in het bed. Opnieuw begonnen de tranen te stromen en schudde hij zijn hoofd. De situatie die eerst nog in de waas verdrongen leek, kwam nu volledig aan. Het was waar— En— De stem van de dokter klonk, iets over een Houndoom, maar Alain besteedde er geen aandacht aan. In plaats daarvan stapte hij op het bed af, waar hij door zijn knieën zakte en zijn handen op Cas zijn arm legde. “ Er kwam geen reactie. Hij bewoog niet eens en een nieuwe sob brak de stilte. De woorden van de dokter gingen compleet langs hem heen en opnieuw merkte Alain het niet op dat hij achtergelaten werd in de kamer. Hij vouwde zijn armen over het bed en de tranen bleven maar komen. Elke keer wanneer hij dacht dat het klaar was, begon het opnieuw. Het besef van tijd was lang verdwenen toen Alain eenmaal wat kalmeerde en wegviel in een slaap van vermoeidheid. Niet meer dan een uur kon voorbij zijn gegaan toen Alain naar adem hapte en omhoog schoot. Een nachtmerrie, welke hij zich niet eens kon herinneren, trok hem uit de rusteloze slaap en zijn blik stond meteen gericht op Cas. Even dacht hij beweging te zien, maar de jongen werd niet wakker en hij zakte weer neer op het bed. Hij— Hij kon hier toch niet zo blijven zitten? Het was triest. Was het niet zijn taak nu om te zorgen dat alles oké was als Cas wakker werd? Of misschien was dat wat hij zichzelf wijsmaakte om zich bezig te houden. Alain viste de kapotte Holo Caster uit zijn zak en klikte de kaart eruit. Als het goed is, zou hij daarmee de contacten van de jongen hebben. Hij zou het er niet mee eens zijn, maar… Hij haalde even diep adem. Dit was wat er moest gebeuren. Dus, hij pakte zijn eigen Holo Caster beet en besloot Rey op de hoogte te stellen, zodat die zich geen zorgen zou maken als haar berichten niet aankwamen. Hierna werd de Holo Caster uitgeklikt en haalde hij de kaart eruit, om vervolgens die van Cas erin te steken. Het makkelijke in de situatie was dat Cas niemand met een bijnaam in zijn Holo Caster zette. Zelfs hij stond er gewoon in als Alain. Hij scrollde naar het contact van Cas zijn moeder, opende deze en— Misschien niet op dit tijdstip. Met een zucht veegde Alain een pluk haar uit Cas zijn gezicht en liet hij zijn hand even langs de wang van de jongen rusten. “ Was dat een Houndoom? Even knipperde Alain verbaasd. “ “ Het was lastig om niet continu om te draaien om alsnog bij Cas te gaan kijken, maar het uurtje wat hij buiten de kamer spendeerde deed hem goed. De lente kwam eraan en waar Jubilife City misschien niet de plek was voor frisse lucht, was het al beter dan die ziekenhuisgeur. Hij nam de tijd om gewoon even adem te halen, een beker koffie in één hand en zijn andere hand in de vacht van de Vulpix die hem de zekerheid gaf die hij nodig had om niet hier en nu in elkaar te storten. Hij was zo dichtbij. De tranen brandden achter zijn ogen en het moment waar hij niets meer had om zich mee af te leiden, wist hij dat het zou gebeuren. Dus, hij hield zichzelf bezig. Hij hield zichzelf sterk. Hij moest wel. Toch was hij al snel weer terug in de kamer. Hij zat neer op een stoel en keek even naar de tijd, waarna hij maar hoopte dat Cas zijn ouders wakker waren voor een werkdag. Hij haalde even diep adem, klikte het nummer aan en hoorde hoe de Holo Caster overging. Even leek het alsof er niet opgenomen zou worden, maar toen klonk er een vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn. En dat leek het zetje te zijn wat hij nodig had, want opnieuw klonk er een sob van zijn kant. “ De moeder was zachtaardig en ondanks het feit dat ze zich duidelijk zorgen maakte om de situatie, wist ze haar woorden goed te kiezen en hem enigszins te kalmeren. Alain legde uit wat hij wist, maar het was niet veel. Hij vertelde dat Cas niet in levensgevaar was en dat er werd verwacht dat hij vandaag wakker zou worden, maar dat hij minstens nog een dag in het ziekenhuis zou moeten blijven. Toen er een dokter binnenkwam gaf hij de Holo Caster aan de dokter zodat deze de duidelijkere informatie aan de ouders kon geven. Dit was niet hoe hij hen voor de eerste keer had willen spreken en hij wist dat Cas hen niet had verteld over Myrddin, maar hij— hij was niet eens bij bewustzijn. Zijn ouders hadden elk recht om dit te weten en Alain kon het niet over zijn hart verkrijgen om hen niets te vertellen. De Holo Caster werd nog even aan hem teruggegeven en Alain beloofde hen op de hoogte te houden van wat er gebeurde. Hierna hing hij de Holo Caster weer op en voelde hij nieuwe tranen aankomen, waarbij hij de Vulpix dicht tegen zich aantrok. Het kwam goed, het kwam goed… Na nog enkele keren dokters gezien te hebben, was het in de vroege ochtend dat Alain ergens toch in slaap viel. Opnieuw had hij zich niet in de stoel gezet, maar zat hij langs het bed, armen gevouwen en zijn gezicht leunend op zijn eigen armen. De Vulpix rustte op zijn schoot en was waarschijnlijk de enige reden dat hij toch in slaap wist te vallen, enkel om elke keer wakker te schrikken wanneer een dokter weer de kamer in kwam lopen, en dan weer weg te vallen. |