Beter dan een ziekenhuiskamer, werd er door de ander gezegd. Alain hief een wenkbrauw. “
De lat ligt laag,” klaagde hij, voor hij even grinnikte. Gezien… de stijl van de ander, had hij het idee dat hun inrichting erg verschilde. Uiteraard zou Alain altijd dit prefereren, gezien het zo
huiselijk was. Het voelde warm en er waren zachte kleedjes en het was fijn.
Ontbijt. Alain haalde even snel een hand door zijn haren. “
Laat me eerst—” begon hij, terwijl hij zijn weg naar de open keuken al begon te maken. De koelkast was… gelukkig niet leeg. In tegenstelling zelfs. Zijn ouders hadden alles gehaald wat hij altijd graag had thuis, waardoor hij even grinnikte. Hij blikte ook even door de kasten en was goed verrast. Ze maakten zich duidelijk zorgen. Niet dat het nodig— Bij nader inzien, misschien was het hard nodig. Hij schraapte zijn keel even, schonk een glas water in en liep ermee naar de ander, waarna hij het ding in zijn richting hield.
Zodra het water was aangepakt, liep hij op de bank af en schoof hij deze volledig uit, zodat het de propere grootte van een bed had. Uit de lades trok hij een laken, dekens en nog twee hoofdkussens, alsof er niet een stuk of achttien op zijn eigen bed lagen, en maakte snel werk van het in orde maken van de bank om op te slapen. Uiteindelijk zag het er meer uit als een bed dan een bank en als je de leuning weg zou denken, zou je het verschil niet opmerken. Hij klapte dan ook een keer enthousiast in zijn handen, voor hij zijn weg weer naar Cas maakte. Hij hoorde nog hoe de Petilil en Buneary enthousiast op de bank sprongen, alsof hij het voor hen had opgemaakt.
“
Soep of iets vasts?” vroeg hij met geheven wenkbrauwen. Hij wreef zijn hand, nog altijd bedekt door de vingerloze handschoenen, even langs de achterkant van zijn nek. “
Ik heb niet veel, maar het is genoeg om vandaag de deur niet uit te hoeven.” Want om eerlijk te zijn had hij daar echt geen behoefte aan.
note ~