Crescent Moon - Rank 3
no items used
Myrddin had zichzelf altijd wijs gemaakt dat hij gewoon geen interesse had in al dat gedoe. Gay of straight, whatever, het was niet voor hem weggelegd. Maar het waren stille leugens om zichzelf door de dag te krijgen. Zoals hij zoveel dingen voorloog aan zichzelf. Als hij het hard genoeg herhaalde zou hij zelf zichzelf kunnen voorliegen. Maar schijnbaar was het allemaal voor niks geweest. Want als dat waar was zou hij zich niet zo voelen, zo kapot, zo verloren. Wie hield hij nog voor de gek? De enigste die het nog probeerde was hij, zodat hij toch wel iets van rust kon vinden in zijn hoofd. Maar de laatste tijd was die er al lang niet meer. Er was geen uitweg meer aan. Hij draaide dan ook even op zijn hielen en wandelde terug heen en weer langs het raam. Af en toe keek hij even naar buiten, maar hij waagde het niet terug te kijken naar de ander. Hij was nog nooit zo snel van gedachten veranderd. Hij wilde dat de ander ging, hem alleen liet. Hij wilde niet praten over dat. Hij was in orde waar hij was. Als er nog iets bijkwam, dan zou hij compleet vastlopen. De laatste tijd huild hij meer dan anders, het was een indicatie dat hij echt de grip op zijn welzijn aan het verliezen was. Hij had zich even gelukkig gevoeld eerder die nacht, maar dat leek nu alweer zo ver weg. Het zou niet meer komen, nooit meer. Het zou een laatste keer geweest zijn. Dat besef maakte hem boos, maar ook... Verdrietig. Hij wilde niet meer alleen zijn, hij wilde ook gelukkig zijn. Maar natuurlijk was er het besef dat dat niet voor hem weggelegd was.
Myr zat te glimlachen, een expressie die zo fake als wat was. Geforceerd om iets van stabiliteit te behouden, om het gesprek verder te laten gaan. Wat had dit alles nou met zijn seksualiteit temaken? Hij had helemaal geen problemen. Want je kon er enkel een probleem van maken als je er last van had. En hij had nergens last van had als het daarop aankwam... Toch? Ja, voor zover hij erover dacht wel. De ander begon echter weer te praten en even slikte hij. Hij hield even halt en draaide zich glimlachend naar Rick. Ja, was een domme grap niet? Zolang de ander dat kon geloven was het allemaal in orde. Maar schijnbaar had de ander toch echt wel meer hersencellen dan hij had ingeschat. De man waarvan hij dacht dat het een echte manchild was, had hem zo in de palm van zijn hand. En hij kon geen kant op. De ander was duidelijk veel sterker in conversatie dan hem, maar dat was ook niet moeilijk. Zelf een kleuter kon Myr stil krijgen als ze genoeg pushten. Een gevoelig kind was ie altijd geweest, maar op momenten als deze wist hij echt niet wat hij met zichzelf aanmoest. Hij keek de ander dan ook recht aan, hoe hij zijn wenkbrauwen omhoog bracht. Was het dan zo raar? HIj bood gewoon wat pillen aan? Nee, niet ok? Dan kon hij dat ook gewoon zeggen.
Maar Rick sprak verder, hij voelde zichzelf helemaal instorten. Zijn handen beefden wat, maar kordaat bleef hij de glimlach aanhouden. Hij bleef lachen alsof het het enigste was dat hij nog kon, hij had dan ook even zijn ogen gesloten, zijn lach enkel groter wordende terwijl de ander verder sprak. Onderliggende leed, geen shame... Hij had ook wel... De kleine man bleef daar maar staan, glimlachend, maar zijn handen beefden. Zijn ene hand was strak om de holo caster geklamd. De grip om het voorwerp was groot, maar hij wist dat het niet zomaar zou breken van dit. Toch? Wat maakte het ook uit. Zijn andere hand was ook gebald, tot een vuist. Hij kon de nagels in zijn handpalm voelen, de kracht die hij erachter zette was niet gezond, maar wat maakte het ook uit? Was het niet makkelijk om erover te praten als je zelf het gewoon zelf even had geprobeerd. Dan was het makkelijk om jezelf wijs te maken dat alles ok was. Oh... Oh... God. Een bitter gevoel bekroop hem. Waarom moest dit nu weer gebeuren? Waarom met hem? Wat had hij de ander verkeerd gedaan om dit te verdienen? Hij was perfect in orde. HIj was niet- Er was- Hij-
Dikke tranen vonden meteen een weg naar buiten waarna hij wel meteen zich een kwartslag omdraaide. Zijn gezicht trok boos weg waarna hij wel meteen zijn holo caster woest door de kamer gooide. Hij hijgde even diep in en uit terwijl hij huilend naar het voorwerp keek, die met een knal tegen de muur aanvloog. Zijn beide handen nu tot vuisten gebald, zijn ademhaling gejaagd. Hij was zo boos. HIj was zo... Zo niet ok. De expressie op zijn gezicht was eindelijk veranderd. De emoties van de avond waar de ander hem had gezoend kwamen meteen terug. Waarom moest de ander dit doen? Hij wilde dit niet. Hij trok dan ook zijn schouders wat op, zijn ogen star gericht op de holo caster die nu aan de ander kant van de kamer lag. Geen shame... Geen shame... Zijn ogen schoten even naar Rick. Zijn blik stond vol met woede, spijt, verdriet, maar vooral pijn. Dit betekende veel meer voor hem dan alleen een domme opmerking. Dit kwam zoveel harder aan dan dat hij ooit zou kunnen neerzetten op papier. Het liefste wat hij nu wilde doen was de kamer uitrennen en er gewoon vandoor gaan. Hij wilde het er niet meer over hebben, wilde dit soort gedachten niet meer hebben. Hij wilde gewoon even, rust, voor heel even. Maar zelf nu kreeg hij dat niet. Hij probeerde zo zijn best te doen en dan nog, dan nog gebeurde er dingen zoals dit. Hij gaf op. Waarom nog proberen? ALles viel toch altijd in het water.
Hij zette dan ook een stap naar achter, zijn expressie overgaande van boos naar iets dat men het best kon beschrijven als opluchting, maar ook pijn. De man knikte een enkele keer naar Rick, voordat hij weer in beweging kwam. Hij wandelde naar de holo caster toe, knielde erbij neer en pakte het vast. Zijn vingers beefden nog wat, maar het leek hem goed te doen om te janken. Tranen bleven nog steeds komen, maar hij hield ze niet meer tegen. Waarom hij het niet deed was hem een raadsel. Hij streek dan ook even langs zijn ogen met zijn onderarm. Hij zou zichzelf zo haten als dit ooit weer bovenkwam. Maar dan opnieuw, kon zijn zelfhaat nog dieper gaan dan dat het al was? Nee, het leek hem van niet. HIj lachte even zachtjes, zijn ogen gefocust op de holo caster terwijl hij terug wandelde naar zijn kant van het bed. HIj ging erop zitten, alsof er niks was gebeurd. Hij glimlachte, maar de tranen bleven komen. Frustraties, pure frustraties. Maar vrolijk typte hij verder, alsof er helemaal niks aan de hand was, alsof zijn kleine uitbarsting niet zojuist plaats had gevonden. Hij liet de holo caster dan ook luiden. 'Wat gemeen, ik wilde het er echt niet over hebben.' zoveel was duidelijk. En zelf als hij het erover moest hebben, wat kon hij zeggen? Zijn ogen bleven gefocust op de holo caster. Realisatie, frustratie en angst. Het was het enigste dat hij nu voelde. De woede van eerder leek eindelijk wat weg te zijn, en dat was misschien beter ook.